14-09-2022
Bijna op de kop af vier jaar geleden ben ik begonnen met jullie wekelijks een klassiek werk voor te schotelen. Ik ga echter vanaf nu de frequentie wijzigen naar onregelmatig. Het werk van deze week is daarom de laatste in de wekelijkse reeks. En wat kan dat beter zijn dan het, voor mij, magnum opus van Ludwig van Beethoven (1770-1827), mijn favoriete componist waarmee ik vier jaar geleden ook ben begonnen, de 9e symfonie.
Veel is geschreven over dit werk. Vier delen, maar vooral bekend geworden door het slotdeel, waarin een koor en vier zangsolisten zijn te horen in het Ode an die Freude. En dat slotkoor heeft ook een relatie met het eerste werk dat ik jullie vier jaar geleden presenteerde, de Koorfantasie van Beethoven, waarin een thema zo sterk lijkt op dat van het slotkoor dat die Koorfantasie ook wel een voorstudie van de 9e wordt genoemd.
Beethoven was de eerste die zang toevoegde aan een symfonie. De symfonie heeft een mysterieus begin waarin het lang onduidelijk blijft of het werk nu een majeur of een mineur toonsoort heeft, een scherzo als tweede deel, een mooi uitgesponnen adagio als derde deel (mijn favoriete deel) en het slotdeel. Een volledig dove Beethoven die de première dirigeerde op 7 mei 1824 in het Kärntnertortheater in Wenen. Een première waarin het publiek volledig uit zijn dak ging, waarbij het werk diverse malen onderbroken moest worden voor staande ovaties, de verlammende invloed die het werk heeft gehad op latere componisten, de lengte ervan die maatgevend is geweest voor de hoeveelheid informatie die op een CD moest passen (max. 74 minuten), kortom teveel om hier te beschrijven.
Het werk wordt uitgevoerd door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons.
En mocht je je willen verdiepen in deze symfonie, dan is deze gratis Massive Open Online Course (MOOC) een aanrader.