Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Souvenir de Florence in d, Op. 70

17-08-2022

De Russische componist Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840 – 1893) heeft vooral voor orkesten geschreven, maar zijn weldoenster Nadesjna von Meck stimuleerde hem om ook kamermuziek te schrijven. Ik heb deze week gekozen voor een sextet voor 2 violen, 2 altviolen en 2 cello’s met de bijnaam Souvenir de Florence. Hij schreef dit tijdens zijn verblijf in Italië in 1890 en liet zich inspireren door zijn omgeving. Dit is allemaal hoorbaar in dit lichtvoetige werk. De première was in het najaar van 1892 in Sint-Petersburg. Hij maakte later ook een versie voor strijkorkest en deze versie is mijn keuze voor deze week.

Het openingsdeel van dit werk heeft in Nederland bekendheid gekregen omdat het de herkenningstune was voor het programma Podium Witteman dat in dit voorjaar is beëindigd, maar waarvan vorige week bekend werd dat het voortgezet wordt onder de naam Podium Klassiek, met Dieuwertje Blok als vervanging voor Paul Witteman.

Het werk wordt uitgevoerd door het Kamerorkest Noorwegen o.l.v. Ilona Brown.

Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Hymn of the Cherubim

13-07-2022

Twee jaar geleden heb ik jullie laten kennismaken met de liturgie van Sint Johannes Chrysostomos van Rachmaninoff. Deze liturgie (het geheel van voorgeschreven gebeden, ceremoniën en handelingen die een eredienst uitmaken) van de oosters-orthodoxe kerken kent ook de figuur van de Cherubijnen. Zij zijn de dragers en bewakers van de hemelse troon. Tijdens de processie waarin priesters brood en wijn naar het altaar brengen wordt de hymne van de cherubijnen aangeheven. Dit betekent dan zo iets als “God is in aantocht”. Uiteraard is dat lied er een van grote eerbied.

In 1878 componeerde de Russische componist Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893) muziek voor deze hymne. Dit werk kent de kenmerkende homofonie van de orthodoxe kerk, waarbij meerdere stemmen volgens hetzelfde ritme zingen. Dit kenmerk maakt deze muziek erg rustgevend en bijna mystiek.

Het werk wordt uitgevoerd door het USSR Ministry Of Culture Chamber Choir o.l.v. Valery Polyansky

Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Fantasie ouverture Romeo en Julia, op. 49

27-04-2022

De love story van Romeo en Julia, zo mooi op papier gezet door Shakespeare, is voor veel componisten inspiratie geweest voor hun werken. Eerder heb ik jullie al laten kennismaken met de interpretatie van Sergei Prokofiev. Deze week heb ik gekozen voor een interpretatie van de Russische componist Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893). Hij componeerde dit werk in zes weken tijd in de winter van 1869-1870, waarna de première plaatsvond in maart 1870. Daarna heeft hij er nog ongeveer 10 jaar aan zitten schaven tot de versie ontstond die in 1880 het licht zag en die heden ten dage nog steeds wordt uitgevoerd. Hij werd in 1869 op het idee voor dit werk gebracht door Mily Balakirev, de leider van wat toen het “Machtige hoopje van vijf” werd genoemd: vijf Russische componisten die, op Balakirev na, nauwelijks een muzikale opleiding hadden genoten en het componeren van nationalistische Russische muziek voorstonden. Ik heb jullie daar eerder al over verteld. Tchaikovsky maakte overigens geen deel uit van dit kwintet.

De reden dat dit een ouverture is genoemd komt doordat Tchaikovsky serieus heeft overwogen het uit te werken tot een complete opera, waar dit dan de ouverture van zou zijn geworden. Uiteindelijk heeft hij daarvan afgezien en is het geëvolueerd tot een volwaardig orkestwerk.

Het werk start met een delicate opening, waarna drie secties zijn te onderkennen die zonder pauze worden uitgevoerd: Friar Laurence (frater Laurence, de wijze adviseur van Romeo en Julia), de vete tussen de families Capulet en Montague en de liefde tussen Romeo en Julia.

Het werk wordt uitgevoerd door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Claudio Abbado

Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Pianoconcert nr. 1 in bes, op. 23

29-09-2021

Deze week blijf ik bij de componist van vorige week, Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893), en wel met zijn bekende pianoconcert nr. 1. Hij begon met het schrijven van dit werk in 1874 en het beleefde in 1875 zijn première. Heden ten dage is het een van de meest bekende en ook meest uitgevoerde concerten. Maar in de Wikipedia kun je lezen dat het werk niet direct een groot succes was: “Tchaikovsky was bij het schrijven van het pianoconcert een beetje aarzelend, wat toe te schrijven was aan het gebrek aan zelfvertrouwen in het schrijven van de voor hem nieuwe muziekvorm: het pianoconcert. Toen hij het werk in februari 1875 eenmaal af had, bracht hij het naar de pianist Nikolaj Rubinstein voor commentaar. Rubinstein hoorde het concert met schrik in het hart aan en maakte het werk daarop zorgvuldig met de grond gelijk. De muziek was te plompverloren en onhandig gecomponeerd en moest maar geheel herschreven worden. Tchaikovsky verliet hierop Rubinsteins vertrek en zwoer geen noot aan het pianoconcert te wijzigen. Deze belofte maakte hij waar. Hans von Bülow speelde de première te Boston op 25 oktober 1875 tijdens een tournee door de Verenigde Staten van Amerika. Amerikaanse critici waren evenmin tevreden met het concert. Het was te moeilijk om ooit populair te worden. In Moskou waren ze ook niet al te blij met het concert na de première. Het werk moest echter even op de mensen inwerken en al gauw bedaarden de gemoederen. Het concert werd een klassieker, waarbij zelfs Nikolaj Rubinstein van mening veranderde.”

Het werk bestaat uit drie delen. De start is overrompelend en trekt je direct de muziek binnen. Dat blijft zo in het zeer mooie langzame tweede deel en de afsluitende rondo. Ik vermoed dat dit werk al wel bekend is bij jullie, maar het verveelt nooit hiernaar te luisteren.

Ik heb gekozen voor een uitvoering met de Chinese pianist Lang Lang, begeleid door het Orchestre de Paris o.l.v. Paavo Järvi.

Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Andante Cantabile voor cello en strijkorkest, op. 11

22-09-2021

Bij eerdere werken heb ik al aangegeven dat ik de sfeer die een cello aan muziek kan geven erg kan waarderen. Daarom deze week weer een werk waarin de cello een hoofdrol speelt. Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893) schreef in 1871 zijn eerste strijkkwartet (een werk voor 2 violen, altviool en cello). Het langzame tweede deel heeft hij daarna omgewerkt tot een werk voor cello en strijkorkest: Andante Cantabile. De titel verwijst naar de aanduiding van het tempo en de sfeer van dit werk: rustig (andante), zangerig (cantabile). Tchaikovsky is er in geslaagd hiermee een werk te creëren dat een sfeer schept die tot mijmeren uitnodigt; en mijmeren is iets waar ik met het klimmen der jaren steeds vaker aan toegeef. Hoewel het werk maar één deel bevat kun je in dat deel een middendeel herkennen dat qua melodie en instrumentzetting duidelijk afwijkt van het meer zangerige eerste en derde deel (waarbij het derde deel weer teruggrijpt op melodie en sfeer van het eerste deel). Ook hier weer de tip: leg lepel en vork even neer, sluit je ogen en geef je over aan de muziek.

De uitvoering is door de cellist Mischa Maisky, begeleid door het Orpheus Chamber Orchestra.

Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Ouverture 1812

24-06-2020

Op 7 september 1812 vond bij Borodino een slag plaats tussen Russische troepen en het leger van Napoleon. Hoewel de Fransen wonnen hadden ze zoveel verliezen geleden en waren de voorraden zover geslonken dat ze zich in oktober begonnen terug te trekken. Uiteindelijk werd die overwinning hen dus fataal (bij Latijn heb ik geleerd dat dat een Pyrrhus overwinning wordt genoemd). In 1880 schreef Tchaikovsky een concertouverture om die overwinning te gedenken. Deze ouverture staat bekend als de Ouverture 1812. Het is een spektakelstuk waarin een carillon en zelfs op het einde echte kanonnen voorkomen. Voor het carillon worden meestal een klokkenspel ingezet. Als gekozen wordt om kanonnen daadwerkelijk in te zetten zijn speciaal daarvoor opgeleide militairen nodig om die kanonnen af te schieten.

Het stuk begint met een eenvoudige, klagende Russische melodie van de Oost-orthodoxe Troparion of the Holy Cross, gespeeld door vier cello’s en twee altviolen. Er zijn ook versies waarbij dit door een koor wordt gezongen. Dit vertegenwoordigt het Russische volk dat bidt voor een snelle afsluiting van de invasie. Vervolgens wordt het Franse volkslied “La Marseillaise” gehoord, dat het binnenvallende Franse leger vertegenwoordigt. Vervolgens wordt die melodie tegen de Russische volksmuziek ingezet. Dat duidt op de twee legers die tegen elkaar strijden terwijl de Fransen steeds dichter bij Moskou komen. Op dit punt zijn vijf kanonschoten te horen, die de Slag om Borodino voorstellen. Dit is waar “La Marseillaise” het meest prominent aanwezig is, en lijkt te winnen. Daarna staat een lange dalende toonreeks voor het Franse leger dat zich terugtrekt uit Moskou. Aan het einde van deze reeks wordt de hymne waarmee het stuk begint herhaald. Dit kan geïnterpreteerd worden als een gebed dat verhoord wordt. De grote finale wordt afgesloten met nog elf kanonschoten en de melodie van God Save the Tsaar.

Ik heb gekozen voor een versie met openingskoor en echte kanonnen. Orkest is onbekend, maar staat onder leiding van Vladimir Ashkenazy.

Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Capriccio Italien, op. 45

17-06-2020

Deze en volgende week blijf ik nog even in Russische sferen, beide malen met een werk van de Russische componist Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893). In september vorig jaar presenteerde ik zijn 6e symfonie en daar kon je al lezen dat hij zich onder zware druk voelde vanwege zijn homoseksuele gevoelens. Daarvan is weinig te merken in het werk van deze week, zijn Capriccio Italien. Hij componeerde deze fantasie voor orkest in 1880 tijdens een verblijf in Rome met zijn broer. Hij wilde daar zijn gedachten afleiden na de scheiding van zijn vrouw. Zijn inspiratie voor dit werk haalde hij uit Italiaanse volksmuziek die hij daar hoorde. Het werk begint met een signaal van de bugel. Zijn hotel lag in de buurt van barakken waar carabinieri gehuisvest waren en ieder dag werd dat signaal gespeeld. Het eerste thema dat wordt uitgewerkt heeft voor mij veel overeenkomsten qua sfeer met werken van Verdi. Dat eerste thema gaat over in een tweede thema, een mars, waarin je ongetwijfeld een Deutsche Schlager zult herkennen. Het stuk gaat dan over in een snelle tarantella (een dans) en keert af en toe ook weer terug naar de schlager.

Ik heb gekozen voor een uitvoering door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan.

Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Symfonie nr 6 in b, op. 74, Pathetique

04-09-2019

Deze week heb ik gekozen voor een werk van de Russische componist Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893). Tchaikovsky wordt beschouwd als een van de grote componisten. Bekende werken van hem zijn zijn ballet de Notenkraker (veel uitgevoerd in de Kersttijd), het Zwanenmeer en zijn 1e pianoconcert. Ik heb gekozen voor een van zijn laatste werken, de 6e symfonie met bijnaam Pathetique. In dit werk hoor je de innerlijke worstelingen die Tchaikovsky had. Naast de typisch Russische melancholie worstelde hij ook jarenlang met de maatschappelijke druk om zijn homoseksualiteit te onderdrukken. In 1877 trouwde Tchaikovsky daarom met een jonge muziekstudent, Antonina Milyukova. Het huwelijk was een catastrofe, waarbij Tchaikovsky zijn vrouw binnen enkele weken na het huwelijk in de steek liet. Tijdens een zenuwinzinking probeerde hij tevergeefs zelfmoord te plegen.

Tchaikovsky kon het zich veroorloven om in 1878 ontslag te nemen uit het Moskouse Conservatorium om zich voortaan alleen met componeren bezig te houden, dankzij het mecenaat van een rijke weduwe genaamd Nadezjda von Meck. Zij voorzag hem tot 1890 van een maandelijkse toelage; vreemd genoeg werd in hun regeling bepaald dat ze elkaar nooit zouden ontmoeten.

Tchaikovsky overleed op 6 november 1893 in Sint-Petersburg. Hoewel de oorzaak van zijn dood officieel door cholera werd verklaard, geloven sommigen van zijn biografen dat hij zelfmoord heeft gepleegd na de vernedering van een seksschandaalproces. Er bestaat echter alleen mondelinge documentatie ter ondersteuning van deze theorie.

Negen dagen vóór zijn dood dirigeerde hij zelf de première van de Pathetique. Het werk bestaat uit vier delen. Curieus vind ik het laatste deel. Normaal is dat een snel deel; in deze symfonie is het een langzaam deel, gekarakteriseerd als adagio lamentoso (een langzame klaagzang). Hoewel hij na deze symfonie nog een paar werken heeft gecomponeerd (maar niet heeft afgemaakt) symboliseert dat voor mij zijn afscheid van het leven.

De uitvoering is door het Royal Philharmonic Orchestra o.l.v. Yuri Temirkanov. Veel luisterplezier!