10-04-21019
Afgelopen zondag had ik, na een lidmaatschap van 16 jaar, mijn laatste concert met het Venloos Symfonieorkest. Eén van de dingen die ik heb ervaren is dat uitvoeren van een werk zoveel diepgang geeft aan dat werk. Ik merk dat ik anders, intenser, luister naar klassieke muziek die ik zelf ooit heb uitgevoerd dan andere werken. Het mooie van spelen in een orkest is ook dat je met muziek in aanraking komt wat je anders misschien nooit of hoogstens bij toeval hoort.
Eén van die werken is de 4e symfonie van de Oostenrijkse componist Gustav Mahler (1860-1911). Afgelopen zondag hebben we het eerste deel daarvan uitgevoerd (voor een amateur symfonieorkest als de onze ongeveer het maximale wat qua moeilijkheidsgraad haalbaar is). Mahler heeft totaal 10 symfonieën geschreven (waarvan de 10e onvoltooid was). De 4e symfonie wordt als de meest toegankelijke beschouwd, onder andere door de lengte ervan (minder dan een uur waar de andere veel langer zijn). Mahler was in zijn tijd ook bekend als dirigent. Dat is ook te merken aan zijn werken. Waar de meeste componisten het houden bij aanwijzingen als “forte”, “piano”, “vertragen”, schreef hij bij de partijen erg nauwgezet hoe dat moest worden uitgevoerd. Zo staat bij het begin van deze symfonie “Bedächtig, nicht eilen”. En bij sommige passages met de klarinet staat “Schalltrichter auf”, ofwel “beweeg de klarinet naar boven en blaas dan”.
Mahler was erg vernieuwend in zijn werken. Naast de lengte van zijn werken maakt hij ook, in navolging van Beethovens 9e symfonie, gebruik van koor en solozang in symfonieën. Maar ook andere structuren dan gebruikelijk (een snel eerste deel, een langzaam tweede deel, een dans als derde deel en een rondo als slotdeel), andere instrumenten dan gebruikelijk (in deze symfonie onder mee een basklarinet, allerlei slagwerk (zoals de arreslee belletjes aan het begin) en een contrafagot) en een grotere dan gebruikelijke bezetting bij de instrumenten (bijvoorbeeld vier fluitisten ipv de gebruikelijke twee).
Persoonlijk heb ik ervaren dat je werken van Mahler meerdere keren moet beluisteren om het te gaan waarderen. In die zin is het “moeilijker” dan veel van de werken die ik tot nu toe als zaagplaat heb gepresenteerd. Maar de werken zijn erg rijk, er valt steeds weer wat te ontdekken.
De uitvoering is bij het Kerstconcert van 1982 door het Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. Het Concertgebouworkest heeft van oudsher een rijke traditie met uitvoeren van Mahler. Uit de Wikipedia “Op uitnodiging van Willem Mengelberg (de toenmalige dirigent van het orkest) dirigeerde Mahler het Concertgebouworkest in 1903, 1904, 1906 en 1909 bij de uitvoering van eigen werk. Mahler, die de reputatie genoot een lastig en despotisch dirigent te zijn, was vol lof over het orkest en zijn dirigent. In 1920 mondde deze samenwerking uit in het Mahler-feest, dat de artistiek directeur van het Concertgebouw Rudolf Mengelberg ter gelegenheid van het 25-jarig dirigeerjubileum van zijn neef Willem had georganiseerd. Het was een overweldigend succes”. De concertmeester bij deze opname is een nog jonge Jaap van Zweden.