25-08-2021
De Franse componist Hector Berlioz (1803-1869) publiceerde in 1830 een van zijn beroemdste werken, de Épisode de la vie d’un artiste, symphonie fantastique en cinq parties, meestal afgekort tot Symphonie Fantastique. Dit werk was geïnspireerd door zijn eigen ervaringen. Berlioz was verliefd op de Engelse actrice Harriet Smithson, maar hij slaagde er niet in om met haar in contact te komen. Het schrijven van dit werk moest hem helpen om dit verdriet te verwerken. In vijf delen vertelt hij het volgende verhaal. De componist gaat op zoek naar zijn geliefde en ziet haar op een bal. Hij verdenkt haar van ontrouw en wordt daardoor overvallen door eenzaamheid. In een droom vermoordt hij haar en wordt daarvoor ter dood veroordeeld. In het afsluitende deel ziet hij in zijn droom de geliefde weer verschijnen.
Het werk was om meerdere redenen revolutionair. Allereerst was dit een eerste uitgewerkte voorbeeld van zgn. programmamuziek. Eerder had Beethoven bij zijn Pastorale symfonie daar al een voorbeeld van gegeven, maar daar bleef de interpretatie beperkt tot titels voor ieder deel (zoals Szene am Bach voor het 2e deel waarmee het leven rondom een kabbelend beekje wordt verbeeld). Berlioz ging echter veel verder. Iedere toehoorder kreeg bij aanvang van het concert een pamflet met een uitgebreide beschrijving van ieder deel. In 1855 werd deze symfonie voor het eerst in Nederland uitgevoerd en ter gelegenheid daarvan verscheen toen de volgende vertaling van dat pamflet:
- EERSTE AFDEELING. Reveries, Passions. – Een jeugdig toonkunstenaar, wiens hart door een onbepaald verlangen gefolterd wordt, ziet voor het eerst een vrouwelijk wezen, dat alles in zich vereenigt, ter verwezenlijking van een ideaal, hem door zijne verbeeldingskracht voorgespiegeld. Dit geliefde beeld verschijnt hem nimmer anders, dan vergezeld door eene muzikale gedachte, die het hartstochtelijk maar edel en beschroomd karakter van het meisje schetst. Deze melodie en deze gedaante, vervolgen hem gedurig als eene dubbele fixe idée. De mijmerende zangwijze, slechts door enkele zachte toonen van vreugde afgebroken, die tot de hoogste razernij der liefde klimt, de smart, de minnenijd, de innige gloed, de tranen der eerste liefde vormen den inhoud van het eerste deel.
- TWEEDE AFDEELING. Un Bal. – De jongeling staat te midden van een feestgewoel, verrukt in de beschouwing van de schoonheden der natuur; maar overal in de stad of op het land vervolgt hem het geliefde beeld, en verontrust zijn gemoed.
- DERDE AFDEELING. Scène aux Champs. – Eens avonds hoort hij de herdersdeun van twee elkander antwoordende herders. Deze zamenspraak, het eenzaam oord, het suizen der bladeren, eene schemering van hoop op wederliefde, alles vereenigt zich, om aan zijn hart eene ongekende rust en aan zijne gedachten eene meer vriendelijke rigting te geven. Hij verheugt zich, weldra niet meer alleen te zullen staan… Maar zoo het eens eene dwaling ware! Deze twijfeling wekt zijne smart weder op; en licht en duisternis wisselen in dit Adagio af. Op het slot van hetzelve herhaalt de eene herder zijn eenvoudig lied; de andere geeft geen antwoord meer. In de verte rolt de donder; er heerscht eene diepe stilte in het eenzame oord.
- VIERDE AFDEELING. Marche au supplice. – De jongeling heeft de zekerheid, dat zijne liefde niet beantwoord wordt; hij vergeeft zich met opium. Dit is echter niet sterk genoeg, om hem te dooden; het doet hem in diepen slaap vallen, in welken een droom hem verschrikkelijke gezigten voor den geest voert. Hij droomt, dat hij zijne beminde vermoord heeft, en dat hij, ter dood veroordeeld, zijne eigene tereg[t]stelling ziet. De tocht begint; een marsch, dan eens somber en wild, dan eens plegtig en schitterend vergezelt denzelven; daarin mengen zich het dof geluid der stappen en het woest getier der menigte. Op het einde van den marsch treedt, als eene laatste gedachte aan de beminde, de melodie der fixe idée weder tevoorschijn, maar, afgebroken door den houw der bijl, slechts ten halve.
- VIJFDE AFDEELING. Songe d’une nuit de Sabbat. – Hij ziet zich te midden van vreeselijke fratzen, heksen, gedrochten van allen aard, die zich tot de lijkstatie vereenigd hebben, geklag, gehuil, gelach, en weegeroep dreunen door elkander. Ook de geliefde melodie doet zich nog eens hooren, maar als een gemeen dansthema; zij verkondigt de komst der beminde, die met een juichend gebrul verwelkomd wordt. Er volgen helsche orgiën, onder het geklep van doodsklokken en onder het parodiëren van het Dies irae.
Verder maakte Berlioz gebruik van een idée fixe. Dat is een melodie, gekoppeld aan een gedachte of persoon. In dit geval is dat een melodie uit de inleiding van het eerste deel, dat de geliefde verbeeldt. En tenslotte moest voor uitvoering van het werk een zeer groot orkest worden opgetuigd. Zo zijn vier harpen nodig (waar, als er al een harp voorgeschreven is, het in die tijd beperkt bleef tot één) en er is voor het eerst een klok nodig.
Ik heb gekozen voor een uitvoering door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan.
En als je meer wil leren over deze symfonie: Harvard heeft een gratis MOOC (Massive Open Online Course) beschikbaar over deze symfonie.