06-04-2022
De Franse componist Maurice Duruflé (1902-1986) was een organist, pianist en muziekdocent (maar dat laatste zijn de meeste componisten geweest). Eén van zijn leermeesters was Paul Dukas, de componist van o.a. De Tovenaarsleerling, dat ik drie jaar geleden al presenteerde. Duruflé was uiterst kritisch op zijn eigen werk en dat verklaart mede zijn weinig omvangrijk oeuvre.
Hij is vooral bekend geworden met zijn Requiem dat hij in 1948 publiceerde als orgelwerk met solo en koor en waarvan een revisie met orkestbegeleiding in 1961 verscheen. De oorspronkelijke opdracht voor dit werk kwam in 1941 van het regime in Vichy. Hij droeg het werk op aan zijn vader.
De teksten zijn uit het Gregoriaanse requiem genomen en de delen zijn de gebruikelijke delen in een requiem:
- Introitus (Requiem aeternam)
- Kyrie eleison
- Offertorium (Domine Jesu Christe)
- Sanctus et Benedictus
- Pie Jesu
- Agnus Dei
- Communio (Lux aeterna)
- Libera me
- In paradisum
Duruflé was erg geïnspireerd door het Requiem van Gabriel Fauré. Net als Fauré heeft hij niet het volledige Dies Irae (Dag des Oordeels) als deel opgenomen, maar alleen het veel vrediger deel daaruit: Pie Jesu.
Het werk wordt uitgevoerd door Eric Lebrun op orgel, Beatrice Uria-Monzon (mezzo-sopraan), Didlier Henry (bariton), het Ensamble Vocal Michel Piquemal en het Orchestre de la Cite o.l.v. Michel Piquemal.