Johann Sebastian Bach. Kommt, eilet und laufet (Oster Oratorium), BWV 249

13-04-2022

Vanavond ga ik naar een uitvoering van de Mattheus Passion van Johann Sebastian Bach (1685-1750) in De Vereeniging. Dat werk eindigt met het wonderschone koor Wir setzen uns mit Tränen nieder. Verplaats je in gedachten naar de Goede Vrijdag in de tijden van Bach, waarbij na dit koor de aanwezigen naar Pasen toeleefden. En dan is het Paaszondag, een van de hoogfeesten in de kerk. Voor die gelegenheid heeft Bach een Oster Oratorium geschreven, waar je vanaf de eerste schetterende trompetklanken beleeft: het is een feest dat we gaan vieren. Het werk werd in 1725 voor het eerst uitgevoerd. Een verschil was dat de aanwezigen daar twee dagen eerder met het slotkoor uit de Johannes Passion (Ruht wohl, ihr heiligen Gebeine) weg waren gegaan.

Het werk heeft haar uiteindelijke vorm en titel Oratorium pas gekregen in 1738. Onder de titel Kommt, eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße wordt het Paasverhaal verteld vanuit het gezichtspunt van vier volgelingen van Jezus (twee vrouwen, Maria Jacobi en Maria Magdalena, en twee mannen, Petrus en Johannes) die op Paaszondag naar het graf van Jezus gaan en daar ontdekken dat het graf leeg is.

Het oratorium kent 11 delen, deels voor orkest, deels met koor en een paar recitatieven, deels feestelijk, deels ook wat contemplatief.

  1. Sinfonia
  2. Adagio
  3. Kommt, eilet und laufet
  4. O kalter Männer Sinn
  5. Seele, deine Spezereien
  6. Hier ist die Gruft
  7. Sanfte soll mein Todeskummer
  8. Indessen seufzen wir
  9. Saget, saget mir gesschwinde
  10. Wir sind erfreut
  11. Preis und Dank

Het werk wordt uitgevoerd door De Nederlandse Bachvereniging. Solisten zijn Maria Keohane, (sopraan, Maria Jacobi), Damien Guillon (alt, Maria Magdalena), Thomas Hobbs (tenor, Petrus) en Sebastian Myrus (bas, Johannes), alles onder leiding van Jos van Veldhoven

Johann Sebastian Bach. Cantate Ich steh mit einem Fuß im Grabe, BWV 156

09-03-2022

Johann Sebastian Bach (1685-1750) heeft uit twee huwelijken in totaal 20 kinderen gekregen, vijf zonen en twee dochters uit zijn eerste huwelijk met Maria Barbara Bach en zes zonen en zeven dochters uit zijn tweede huwelijk met Anna Magdalena Bach. Tien van zijn kinderen stierven al op jonge leeftijd. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat veel werken van Bach over de dood gaan. Deze week heb ik gekozen voor een cantate getiteld Ich steh mit einem Fuß im Grabe. Wij kennen de uitdrukking met één been in het graf staan in de betekenis dat het qua gezondheid slecht met je gaat, maar dat er toch nog hoop is op genezing. Dat thema wordt in deze cantate verwerkt, waarbij het uiteindelijk aan de wil van God wordt overgelaten of de zieke genezen wordt of niet.

De cantate bestaat uit 6 delen:

  1. Sinfonia
  2. Koraal en Aria: Ich steh mit einem Fuß im Grabe
  3. Recitatief: Mein Angst und Not
  4. Aria: Herr, was du willt, soll mir gefallen
  5. Recitatief: Und willst du, dass ich nicht kranken soll
  6. Koraal: Herr, wie du willt, so schicks mit mir

Het eerste deel, de Sinfonia, heeft Bach later verwerkt in het langzame deel van zijn klavecimbelconcert BWV 1056. Het werk kende zijn première in Leipzig op 23 januari 1729.

Het werk wordt uitgevoerd door de solisten Christoph Wegmann (sopraan), Paul Esswood (alt), Kurt Equiluz (tenor), Thomas Hampson (bas), het Tölzer Knabenchor en de Concentus musicus Wien o.l.v. Nikolaus Harnoncourt.

Johann Sebastian Bach. Italiaans concert in F, BWV 971

19-01-2022

Deze week blijf ik nog even bij Johann Sebastian Bach (1685-1750). De inspiratie kreeg ik zaterdag jl toen ik op NPO2 Extra midden in een programma viel over het popjaar 1970. Eén van de nummers die daar voorbijkwamen was Italian Concerto van Ekseption. Ik ben op zoek gegaan naar het origineel van Bach. Dit werk werd voor het eerst gepubliceerd in 1735. Het is geschreven voor een klavecimbel, maar dan wel met twee klavieren. Daardoor kon er in die tijd een verschil worden gemaakt tussen hard en zacht. Het instrument bezit niet die mogelijkheid wanneer je slechts één klavier hebt. De naam “Italiaans concert” is gegeven omdat de stijl van het stuk (drie delen snel-langzaam-snel en continue afwisseling tussen solo en solo+begeleiding) in die tijd afkomstig was uit Italië.

Het werk wordt uitgevoerd door Christine Schornsheim

Johann Sebastian Bach. Concert voor 2 violen in d, BWV 1043

12-01-2022

Rond 1730 was de Duitse componist Johann Sebastian Bach (1685-1750) directeur van het Collegium Musicum in Leipzig. In die periode schreef hij zijn concert voor 2 violen, strijkers en basso continuo. Er zijn overigens wat twijfels of hij dat werk inderdaad toen schreef of dat hij het al eerder had geschreven rond 1720, toen hij nog in Köthen werkte. Het is een heerlijk werk, bestaande uit drie delen (snel-langzaam-snel), waarbij het eerste deel een groot uitgesponnen fuga is. Nog even voor jullie herinnering uit de Wikipedia: een fuga is een muziekvorm waarin meerstemmigheid (contrapunt) en gevarieerde herhaling een hoofdrol spelen. Een canon (wat we allemaal op de lagere school wel eens hebben gezongen met de klas) kun je als een hele simpele variant van een fuga beschouwen.

Bach heeft later een bewerking van dit concert gemaakt voor 2 klavecimbels (BWV 1062).

In de opname die ik heb gekozen zijn de solisten Shunske Sato en Emily Deans. Ze worden begeleid door de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. een van de solisten, Shunske Sato.

Johann Sebastian Bach. Suites voor orkest, BWV 1066-1069

08-12-2021

Ik weet niet waardoor het komt, maar in deze periode (door ma altijd de donkere dagen voor Kerst genoemd) heeft muziek uit de barok toch mijn voorkeur (naast die van Beethoven uiteraard, maar dat spreekt bij mij voor zichzelf). En zo kwam ik al zoekend op de suites voor orkest van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Bach heeft er vier geschreven. Dat was erg bescheiden, zeker omdat in die tijd, mede beïnvloed door de Franse adel, suites erg populair waren. Een tijdgenoot van Bach, Georg Philipp Telemann, heeft er zelfs 134 geschreven. Uit de Wikipedia:

“De muzikale term ‘suite’ betekent reeks, opeenvolging: in dit geval een reeks of opeenvolging van stukken, voornamelijk van dansen. Al in de middeleeuwen groepeerde men dansen: schrijdende dansen afgewisseld met dansen met een meer springerig of huppelend karakter, op dezelfde muziek, maar in een ander tempo en ritme gespeeld. De dansmuziek stond nog ver af van de kringen waar men zich bezighield met sacrale muziek en wereldlijke kunstmuziek. Uit deze dansen stegen echter bepaalde dansen, met hun volkse of boerse achtergrond, op de ‘sociale ladder’ en werden modieuze hofdansen: bijvoorbeeld de bourrée, een boerendans uit Auvergne, de rigaudon, een volksdans uit Provence en Languedoc of de sarabande, een Andalusische erotische vruchtbaarheidsdans.

Dansverzamelingen verschenen in de 16e eeuw, nog gegroepeerd naar type, en waaruit de uitvoerders vervolgens zelf een suite moesten samenstellen, afwisselend naar tempo en karakter. Hieruit ontwikkelde zich de suite als vorm van serieuze kunstmuziek, gecomponeerd door ‘serieuze’ componisten, waarin de dansen sterk werden gestileerd en die niet meer bedoeld waren om daadwerkelijk te worden gedanst.”

Gedurende die ontwikkeling ontstond parallel ook het concept van een ouverture. Ik heb in een eerdere bijdrage al eens gewezen op dit fenomeen, dat later vooral de inleiding vormde voor opera’s. Daar heb ik de ouverture toen betiteld als een Executive summary van de opera. Die twee ontwikkelingen van ouvertures en suites kwamen samen en zo hebben de meeste orkestsuites als eerste deel een ouverture, echter niet in de functie van een executive summary voor de rest van de suite. Bach noemde zijn suites daarom ook ouvertures. Bij zijn suites is de ouverture altijd een langzaam, statig deel.

De vier suites van Bach kennen ieder een andere instrumentele bezetting. Een overzicht van de bezetting en de delen van de verschillende suites:

Suite nr. 1 in C, BWV 1066

  • bezetting: hobo I, II; fagot; viool I, II, altviool; continuo (cello, violone en klavecimbel)
  • delen: Ouverture – Courante – Gavotte I alternativement / Gavotte II – Forlane – Menuet I ; alternativement / Menuet II – Bourrée I alternativement / Bourrée – Passepied I/II

Suite nr. 2 in b, BWV 1067

  • bezetting: traverso; viool I, II, altviool; continuo (cello, violone en klavecimbel)
  • delen: Ouverture / Lentement – Rondeau – Sarabande – Bourrée I alternativement / Bourrée II – Polonaise / Double – Menuet – Badinerie

Suite nr. 3 in D, BWV 1068

  • bezetting: baroktrompet (clarintrompet) I, II, III; barokpauken; hobo I, II; fagot; viool I, II, altviool; continuo (cello, violone en klavecimbel)
  • delen: Ouverture – Air – Gavotte I / Gavotte II – Bourrée – Gigue

Suite nr. 4 in D, BWV 1069

  • bezetting: baroktrompet (clarintrompet) I, II, III; barokpauk; hobo I, II, III; fagot; viool I, II; altviool; continuo (cello, violone en klavecimbel)
  • delen: Ouverture – Bourrée I / Bourrée II – Gavotte – Menuet I alternativement / Menuet II – Réjouissance

Sommige delen van de suites zijn erg bekend geworden, met name de Air uit suite 3.

De uitvoering is door de Nederlandse Bachvereniging. Suites 1 en 2 staan onder leiding van de violist Shunkse Sato. Suites 3 en 4 staan onder leiding van Lars Ulrik Mortensen, die ook de klavecimbelpartij voor zijn rekening neemt. In suite 2 heeft de fluit een belangrijk aandeel; die wordt bespeeld door Marten Root.

Johann Sebastian Bach. Lukas Passion, BWV 246

31-03-2021

In de Goede weken van de afgelopen twee jaar heb ik jullie al kennis laten maken met de Johannes Passion en de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Dit jaar is de Lukas Passion aan de beurt. Hoewel dit werk een BWV-nummer heeft (Bach Werke Verzeichnis, een ordening en numbering van alle werken van Johann Sebastian Bach), is er grote twijfel of Bach inderdaad de componist was. Waarschijnlijk is Bach gestart vanuit een bestaand werk en heeft hij dit uitgebreid en geïnstrumentaliseerd naar de huidige versie. Het werk is wat minder omvangrijk dan de Matthäus Passion en de Johannes Passion, maar het heeft wel dezelfde opzet: de tekst van het evangelie is de basis (het evangelie van Lucas, hoofdstuk 22 en 23 t/m vers 53). Het koor heeft in dit werk een groot aandeel en vertolkt de rol van het volk, van de discipelen, de hogepriester, de schriftgeleerden en de krijgsknechten. Net als bij de Matthäus Passion en het eind vorig jaar gekozen Weihnachtsoratorium is ook het O Haupt voll Blut und Wunde een van de onderdelen.

De uitvoering is door het Alsfelder Vokalensemble, begeleid door het Barockorchester Bremen o.l.v. Wolfgang Helbich

Johann Sebastian Bach. Concert voor hobo d’amore en strijkers in A, BWV 1055R

10-03-2021

In 1721 verscheen van de hand van Johann Sebastian Bach (1685-1750) een concert voor klavecimbel en strijkers. Men vermoedt echter dat dit gebaseerd was op een eerder werk van hem met een ander solo-instrument. In 1935 werd gesuggereerd dat het oorspronkelijke werk geschreven was voor de hobo d’amore als solo-instrument. Dit instrument uit de hobo-familie zit qua bereik in tussen de reguliere hobo en de althobo (Engelse hoorn). Fagot blijft voor mij het houtblaas instrument met de mooiste toon, maar ik luister ook graag naar het karakteristieke geluid van een hobo.

Het werk zelf is een typisch werk uit de barok, met veel versieringen. Drie delen snel-langzaam-snel en zo mooi.

Solist in de door mij gekozen uitvoering is Jörg Schaeftlein, begeleid door Concentus Musicus Wien o.l.v. Nikolaus Harnoncourt.

Ik heb de versie voor klavecimbel ook bijgevoegd. Uitvoerenden zijn The English Concert o.l.v. Trevor Pinnock, die vermoedelijk ook de solist is.

Johann Sebastian Bach. Cantate “Herz und Mund und Tat und Leben”, BWV 147

23-12-2020

In 1723 bekleedde Johann Sebastian Bach (1685-1750) de functie van Thomaskantor in Leipzig. Dat betekent zoveel als muziekdirecteur van het Thomaner jongenskoor. In die functie componeerde hij een cantate voor de 4e zondag van de adventstijd: Herz und Mund und Tat und Leben. Hij nam hiervoor een eerdere adventscantate die hij in 1716 in Weimar had gecomponeerd en voegde er vier stukken aan toe. Dat gaf een totaal van 10 stukken, verdeeld over twee delen. De cantate maakt deel uit van een serie van cantates ter ere van Maria, de moeder van Jezus. In deze cantate wordt het bezoek van Maria aan Elizabeth gememoreerd zoals beschreven in het evangelie van Lucas (hoofdstuk 1, vers 39-56). Datzelfde bijbelfragment heeft Bach ook gebruikt in zijn Magnificat dat ik eerder aan jullie heb gepresenteerd.

De cantate is geschreven voor een koor, vier zangsolisten en orkestbegeleiding. Deel 1 en deel 2 eindigen met een koor met dezelfde melodie, maar met andere tekst. De melodie is bekend onder de titel van het tweede koor: Jesus bleibet meine Freude. Apollo 100 had hier in 1972 een hit mee (Jesu Joy of man desiring). Minder bekend is de versie van The Beach Boys die zich door dit nummer lieten inspireren voor hun nummer Lady Lynda uit 1979. Niet het beste nummer uit hun repertoire overigens naar mijn bescheiden mening.

De delen:

Deel 1

  1. Coro: Herz und Mund und Tat und Leben
  2. Recitativo: Gebenedeiter Mund
  3. Aria: Schäme dich, o Seele, nicht
  4. Recitativo: Verstockung kann Gewaltige verblenden
  5. Aria: Bereite dir, Jesu, noch itzo die Bahn
  6. Choral: Wohl mir, dass ich Jesum habe – Jesus bleibet meine Freude

Deel 2

  1. Aria: Hilf, Jesu, hilf, dass ich auch dich bekenne
  2. Recitativo: Der höchsten Allmacht Wunderhand
  3. Aria: Ich will von Jesu Wundern singen
  4. Choral: Jesus bleibet meine Freude

Ik heb gekozen voor een uitvoering door het koor en orkest van de J.S. Bach-Stiftung uit Zwitserland o.l.v. Rudolf Lutz. Van de website van de J.S. Bach-Stiftung: “Die Stiftung bezweckt die Förderung des Kulturlebens in der Region Ostschweiz, ermöglicht die öffentliche Aufführung des Gesamtwerkes von Johann Sebastian Bach und bemüht sich, insbesondere der Jugend die Bedeutung seines musikalischen Schaffens näherzubringen” .

Een zalig Kerstfeest!

Link naar de opname

Johann Sebastian Bach. Magnificat, BWV 243

29-07-2020

Lucas begint zijn evangelie met de aankondiging van de geboorte van Johannes aan Zacharias, de man van Elisabeth, en met de aankondiging van de geboorte van Jezus door de aartsengel Gabriel aan Maria. Maria reisde naar Elisabeth en na de begroeting volgt de volgende tekst (Lucas 1:46-55):

En Maria sprak: “Mijn hart prijst hoog de Heer. Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig omdat Hij die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze Vaderen.” Nadat Maria ongeveer drie maanden bij haar gebleven was keerde zij naar huis terug.

Deze lofzang van Maria staat ook wel bekend als het Magnificat. In 1723 was deze tekst voor Johann Sebastian Bach (1685-1750) de basis voor een werk voor koor, orkest en vijf solostemmen (2 sopranen, alt, tenor en bas). Het werk bestaat uit 12 delen. Er bestaat een variant van het Magnificat waarbij Bach vier lofzangen toevoegt ter gelegenheid van een uitvoering rond Kerstmis.

Ik vind de uitbundigheid en de mooie barokke samenzangen in dit werk precies wat de muziek van Bach voor mij zo mooi maakt.

De uitvoering is door de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven.

Deze opname maakt deel uit van hun project All of Bach. Dit project heeft tot doel opnamen van alle werken van Bach vrij beschikbaar aan te bieden. Als proponent van “open” ondersteun ik dit initiatief uiteraard van harte.

Johann Sebastian Bach. Mattheus Passion, BWV 244, Erbarme Dich

08-04-2020

In deze Goede week onder deze omstandigheden kom ik er niet omheen een aria uit de Mattheus Passion van Johann Sebastian Bach (1685-1750) te kiezen. En dan maar meteen de bekendste en (vind ik) de mooiste: het Erbarme Dich. Aan deze aria gaat de passage uit het bijbelverhaal vooraf waarin Petrus tot drie keer toe Jezus verloochent, iets wat Jezus eerder rond het Laatste Avondmaal had voorspeld: Wahrlich, ich sage dir: In dieser Nacht, ehe der Hahn krähet, wirst du mich dreimal verleugnen. Als na de derde verloochening een haan kraait realiseert Petrus wat hij heeft gedaan: Da dachte Petrus an die Worte Jesu, da er zu ihm sagte: „Ehe der Hahn krähen wird, wirst du mich dreimal verleugnen”, und ging heraus und weinete bitterlich.

De aria Erbarme Dich verbeeldt dan de wanhoop en het verdriet van Petrus. Een alt (ook vaak gezongen door een counter tenor) en een solo violist, om de eenzaamheid van Petrus te verbeelden. Kleine terts om de weemoed en het verdriet tot uitdrukking te brengen en veel zgn. Seufzers, diepe zuchten, verbeeld door twee dalende noten achter elkaar. De tekst:

Erbarme dich, Mein Gott,
Um meiner Zähren willen!
Schaue hier, Herz und Auge weint vor dir Bitterlich.

Ik heb gekozen voor een uitvoering door het Collegium Vocale Ghent o.l.v. Philippe Herreweghe. Soliste is de counter tenor Damien Guillon.

Voor de hele Passion heb ik gekozen voor de uitvoering door hetzelfde koor, orkest en dirigent