Felix Mendelssohn Bartholdy. A Midsummer Night’s Dream, op. 61

15-06-2022

In zijn komedie A Midsummer Night’s Dream vertelt de Engelse dichter William Shakespeare over de liefde. Twee mythologische figuren, Theseus en Hippolyta, staan op het punt te gaan trouwen. In de bossen buiten het Athene van Theseus, stellen twee jonge mannen en twee jonge vrouwen zich aan elkaar voor, maar niet voordat ze eerst een driehoeksverhouding vormen, en dan een andere.

Ook in het bos strijden de koning en koningin van sprookjesland, Oberon en Titania, om de voogdij over een weesjongen. Oberon gebruikt magie om Titania verliefd te laten worden op een wever genaamd Bottom, wiens hoofd tijdelijk in dat van een ezel wordt veranderd door een goblin, Robin Goodfellow. Tenslotte ensceneren Bottom en zijn metgezellen op onbeholpen wijze de tragedie van Pyramus en Thisbe.

Dit zeer populaire werk van Shakespeare heeft de Duitse componist Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) geïnspireerd tot het componeren van muziek die bij toneeluitvoeringen van deze komedie als incidental music kan worden uitgevoerd. Incidental music is muziek die bij wisselingen van actes en scenes kan worden uitgevoerd.

Aanvankelijk had Mendelssohn alleen een ouverture geschreven (in 1826, opus 21), maar in 1834 werd hij overgehaald om ook het werk uit te breiden tot de rest van de komedie (opus 61). Dat resulteerde uiteindelijk in 14 delen:

  1. Ouverture (played before curtains up)
  2. Scherzo (played as a transition Act I and Act II)
  3. March of the Fairies (played during Oberon’s entrance)
  4. Ye Spotted Snakes (played during Act II Scene II, sung by the fairies to send Titania to sleep)
  5. Intermezzo allegro appassianato (played at the end of Act II)
  6. Entrance of the Mechanicals (played at the beginning of Act III)
  7. Nocturne (played to accompany the sleeping lovers between Acts III and IV)
  8. Wedding March (played between Acts IV and V)
  9. Fanfare (played at the beginning of Act V during Theseus and Hippolyta’s entrance)
  10. Funeral March (played during Act V, during the mechanicals play when Bottom’s Pyramus, stabs himself)
  11. Dance of the Clowns (Bergomask dance) (played during Act V after the Mechanicals finish their play)
  12. Epilogue (played during Act V to accompany the royal’s exit and Puck’s entrance)
  13. Through this house give glimmering light (played during Act V after Puck’s monologue)
  14. Finale (played during Pucks “If we shadows have offended” speech)

De bekendste delen hieruit (zoals de ouverture, scherzo en de bruiloftsmars) worden ook vaak als op zichzelf staande werken bij concerten uitgevoerd.

De opname is door het Royal Scottish Orchestra o.l.v. Walter Weller. De 14 delen worden nog gevolgd door een ouverture van Mendelssohn voor een ander werk, Ruy Blas. Beschouw dat maar als een toegift.

Felix Mendelssohn Bartholdy. Symfonie nr. 4 in A, op. 90, de Italiaanse

09-06-2021

Deze week blijven we nog even bij Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) met zijn 4e symfonie, bijgenaamd De Italiaanse. Mendelssohn heeft totaal 5 symfonieën geschreven. In deze symfonie verwerkte hij indrukken die hij had opgedaan tijdens een reis door Italië die hij in 1831 maakte. Hij was vooral onder de indruk van de kunstschatten die hij daar zag, maar met Italiaanse muziek had hij wat minder.

Het werk is voltooid in 1833 en beleefde zijn première dat jaar in Londen onder zijn leiding. Hij was echter niet tevreden met het werk en bleef eraan schaven na de première. Mede daarom is het werk pas gepubliceerd, na zijn dood, in 1851. Dat was toen de oorspronkelijke versie, maar later is de versie gepubliceerd met de wijzigingen die Mendelssohn er daarna aan heeft toegevoegd.

De symfonie opent met een fris en sprankelend deel. Het langzame deel twee is geïnspireerd op een religieuze processie die hij in Italië had gezien. Deel drie is een klassiek menuet. Deel vier tenslotte is gebaseerd op een tweetal dansen, de saltarello uit Rome en de tarantella uit Napels.

De uitvoering is door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan.

Felix Mendelssohn Bartholdy. Vioolconcert in e, op. 64

02-06-2021

De Duitse componist Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) heeft in zijn korte leven één concert voor viool en symfonieorkest geschreven, maar dat is direct een icoon in de vioolliteratuur. Als jonge jongen had hij al eens een concert voor viool en strijkorkest geschreven. Dat is echter veel minder bekend dat het “grote” vioolconcert dat één van de meest uitgevoerde vioolconcerten is. Hij begon met het schrijven in 1838 en wilde het opdragen aan zijn jeugdvriend Ferdinand David. Het duurde echter zes jaar voordat hij het voltooid had. In die zes jaar had hij wel eens twijfel of hij het geweldige vioolconcert van Beethoven kon evenaren. Die twijfel was zelfs zo groot dat hij op een gegeven moment het wilde omschrijven naar een pianoconcert. Gelukkig heeft hij dat niet gedaan, want het is echt een mooi werk geworden. Ik heb het in 2014 met het Venloos symfonieorkest uitgevoerd. We begeleidden toen een jonge, talentvolle Belgische violist Floris Willem.

Het werk kent drie delen, snel-langzaam-snel, die naadloos in elkaar overgaan. Critici vinden wel dat het werk te luchtig is en te weinig diepgang kent. Het is echter wel één van de meest uitgevoerde werken van Mendelssohn en aan jullie om te oordelen of de kritiek terecht is en, indien zo, of het erg is dat het zo luchtig klinkt.

Ik heb gekozen voor een uitvoering door de violist Itzhak Perlman, begeleid door het Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink.

Felix Mendelssohn Bartholdy. Ouverture De Hebriden, op. 26

05-12-2018

De vorige paar weken heb ik zaagplaten gehad die inspiratie waren voor latere muzikanten. Componisten hadden zelf natuurlijk ook vele inspiratiebronnen. Eén van die bronnen was de natuur. De zaagplaat van deze week is daar een voorbeeld van. Het gaat over de Ouverture De Hebriden, door de Duitse componist Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) gecomponeerd in de jaren 1830-1833. De inspiratie kwam van een reis die hij door Schotland maakte. De Hebriden is een basaltgrot aan de Schotse kust. Ruige natuur, een af en toe woeste zee en de eenzaamheid daar maakten grote indruk op de componist. Die indruk heeft hij in muziek omgezet. Het is een voorbeeld van wat ook wel “programmatische muziek” wordt genoemd: muziek dat iets uitbeeldt dat op literatuur, geschiedenis of natuur betrekking heeft. In het stuk hoor je een afwisseling tussen wat rustige, lyrische muziek (de eenzaamheid die je voelt in de grot) en opzwepende, luide muziek (de zee).

De uitvoering is door het London Symphony Orchestra o.l.v. Claudio Abbado.