24-02-2021
Deze week blijf ik even bij werken geschreven voor strijkorkest. Dit keer de serenade voor strijkorkest van de Tsjechische componist Antonin Dvořák (1841-1904). Dvořák schreef dit werk in 1875 in twee weken tijd. Die periode ging het erg goed met hem. Hij was net getrouwd en zijn eerste zoon was geboren. Hij ontving uit Wenen een royale toelage voor een opdracht, die hem in staat stelde verschillende werken te componeren, waaronder deze Serenade. De première vond plaats in Praag op 10 december 1876.
Het werk bestaat uit vijf delen:
- Moderato
- Tempo di Valse
- Scherzo: Vivace
- Larghetto
- Finale: Allegro vivace
De finale is in de welbekende sonatevorm. De andere delen kennen een ABA-vorm. Die laatste vorm hoor je ook vaak terug in het derde deel van een symfonie, zeker wanneer dat een menuet is. De “B” in de ABA-vorm is dan een trio, vaak ook in een andere toonsoort geschreven dan de “A”.
Evenals vorige week heb ik weer gekozen voor een live uitvoering door het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Gordan Nikolic die tevens de concertmeester is.