Sergei Rachmaninoff. Dodeneiland, op. 29

03-03-2021

Deze week weer een werk van de Russische componist Sergei Rachmaninoff (1873-1943), het symfonische gedicht Dodeneiland. Rachmaninoff componeerde dit werk nadat hij een zwart-wit afbeelding zag van het gelijknamige schilderij van de Zwitserse schilder Arnold Böcklin. Dat schilderij beschrijft dat men in een roeiboot (met stuurman Charon) via de rivier des doods (de Styx) naar het eiland van de doden gaat. Er heerst een dreigende sfeer in het werk. Die dreigende sfeer is ook goed hoorbaar in de interpretatie ervan door Rachmaninoff.

Het bijzondere aan dit werk is dat het in 5/8 maat is geschreven. De meeste werken kennen een maatindeling van 2, 3 of 4 tellen per maat. Ook 6/8 maat komt vaak voor. De 6 tellen per maat worden dan veelal in 2 groepen van 3 tellen gespeeld, met een hoofdaccent op de 1e tel en een nevenaccent op de 3e tel. Bij vijf tellen per maat worden de noten ofwel in een groep van 3 en een groep van 2 tellen gespeeld (met hoofdaccent op de 1e tel en nevenaccent op de 4e tel) of andersom (dan is het nevenaccent op de 3e tel).

In dit werk gebruikt Rachmaninoff beide vormen. De keuze voor een 5/8 maat is te verklaren omdat dat het ritme is waarin wordt geroeid (twee tellen voor het, vlak boven het water in de juiste positie brengen van de roeiriemen en drie tellen voor het trekken aan de roeiriemen in het water waardoor de boot vooruit komt). En daar begint het werk ook mee: de roeiboot die op weg gaat naar het dodeneiland. Die beweging wordt gedurende het hele werk vastgehouden.

Het verhaal gaat dat toen Rachmaninoff later het originele schilderij in kleuren zag, hij erg teleurgesteld was. Hij zou toen hebben beweerd dat, als hij dat origineel direct had gezien, hij dit werk waarschijnlijk nooit zou hebben geschreven. En dat zou jammer zijn geweest, want ik vind het een pakkend werk.

De uitvoering is door het Royal Stockholm Philharmonic Orchestra o.l.v. Sir Andrew Davis

Een afbeelding van het schilderij is ook bijgevoegd. Deze afbeelding is beschikbaar in het publieke domein.

Sergei Rachmaninoff. Russische koraal

10-06-2020

Deze week blijf ik bij Sergei Rachmaninoff, maar nu met iets heel anders. Ik kwam dit tegen bij een Facebook groep waar ik bij aangesloten ben (met de welluidende naam Klassieke Muziek (omdat de Ochtenden soms zo sàài zijn)). Ik heb verder weinig achtergronden kunnen vinden over dit specifieke werk. Rachmaninoff heeft diverse koorwerken geschreven voor de Byzantijnse liturgie en zoals veel van die koorwerken voert het je eventjes weg van de zorgen van alledag. Dus sluit je ogen en laat het over je heen komen, al is het maar kort (iets meer dan 5 minuten).

Sergei Rachmaninoff. Pianoconcert nr. 3 in d, op. 30

03-06-2020

Deze week heb ik weer een pianoconcert gekozen, ditmaal van de Russische componist Serge Rachmaninoff (1873-1943). Zijn 3e pianoconcert wordt beschouwd als één van de moeilijker uit te voeren concerten in de muziekliteratuur. Veel, heel veel nootjes, zeer snelle passages en moeilijk te vatten grepen. 1,5 jaar geleden heb ik jullie kennis laten maken met zijn 2e pianoconcert (je weet wel, die waarvan het 2e deel de inspiratie vormde voor het one hit wonder All by myself van Eric Carmen). Toen vertelde ik al dat Rachmaninoff enorm grote handen heeft en dat dat in zijn werken heeft geleid tot, voor pianisten met normale handen, bijna onmogelijke grepen.

Het werk bestaat uit drie delen (snel-langzaam-snel). Het thema wordt in het eerste deel direct neergezet door de solist en klinkt bedrieglijk eenvoudig. Maar dat is snel afgelopen als vervolgens het orkest het thema overneemt en in constante dialoog met de piano door het eerste deel dendert, een tweede thema neerzettend en dit doorwerkt tot de finale van het eerste deel. In het tweede deel wordt een rustig thema door orkest en piano gespeeld en komt het thema uit het eerste deel weer even terug. En de thema’s uit het eerste deel komen in een snel derde deel weer terug, waarmee de cirkel is gesloten.

Het werk werd in 1909 voor het eerst uitgevoerd in New York, met Rachmaninoff als solist. Hij beschouwde dit werk als zijn favoriete pianoconcert.

Het werk vervulde een sleutelrol in de film Shine uit 1996. Die film vertelt het verhaal van de Australische pianist David Helfgott, die de diagnose schizoaffectieve stoornis kreeg. In de film hoorde hij als jongen dit concert op de radio en werd hij geobsedeerd door het werk als in dat hij dat ooit als solist wilde uitvoeren. Tijdens de uitvoering in de film stort hij in elkaar. De film is een aanrader.

Ik heb gekozen voor een uitvoering met de solist Alexis Weissenberg, begeleid door het Chicago Symphony Orchestra o.l.v. Georges Prêtre.

Het genoemde fragment uit de film is ook toegevoegd.

Sergei Rachmaninoff. Liturgie van Sint Johannes Chrysostomos

26-02-2020

Deze week keer ik weer terug naar het thema van twee weken geleden, een koorwerk van een Oosteuropese componist. Gewoon omdat het zo mooi klinkt. Mama was ook weg van de muziek voor wat zij altijd de Grieks-Byzantijnse rite noemde, de uitvoering van de missen (ook wel liturgie genoemd) in de Oost-orthodoxe kerk. Die laatste kerk is in 1054 ontstaan als een schisma met de Rooms katholieke kerk. Het verschil van mening voor de afsplitsing lag in erkenning van de autoriteit van de Paus. In de opvatting van de Oost-orthodoxe kerk was iedere kerk onder iedere bisschop gelijk en zou er geen primus inter pares zijn (een Paus met een hogere status, zijnde de jure leider van de Katholieke Kerk). Pater Nolet zal hierover ongetwijfeld meer details in zijn lessen hebben verteld, maar waarschijnlijk lag ik toen te pitten.

De Russische componist Sergei Rachmaninoff (1873-1943) heeft in 1910 muziek gecomponeerd voor de liturgie van Sint Johannes Chrysostomos. In een brief aan een vriend schreef hij dat hij lang heeft rondgelopen met het idee een mis te componeren en dat het hem veel voldoening heeft geschonken toen hij daadwerkelijk erin was geslaagd.

Sint Johannes Chrysostomos (349-407) was een aartsbisschop van Constantinopel, bekend door zijn preken en zijn verzet tegen misbruik van autoriteit van kerkelijke en wereldlijke leiders. De Oost-orthodoxe kerk beschouwt hem als één van de drie grote leiders naast Basileos van Caesarea en Gregorius van Nazianzus (wie kent ze niet).

Het werk is voor meerstemmig koor zonder begeleiding met op diverse plekken zangsolisten. Het bestaat uit 20 delen. In de uitvoering die ik heb gekozen worden 17 delen uitgevoerd door het Moskou Kamerkoor o.l.v. Vladimir Minin.

Serge Rachmaninoff. Pianoconcert nr. 2 in c, op. 18

28-11-2018

De zaagplaat van vorige week was een van de vele voorbeelden waarbij klassieke muziek een inspiratie vormde voor composities uit het niet-klassieke repertoire. Deze week nog een voorbeeld van zo’n klassiek stuk. Het is het langzame deel (adagio sostenuto) uit het 2e pianoconcert in c kleine terts, opus 18 van de Russische componist Sergei Rachmaninoff (1873-1943). Geboren in Rusland vluchtte hij na de revolutie van 1918 naar de Verenigde Staten waar hij tot zijn dood woonde.

Rachmaninoff was zelf een uitstekende pianist, was erg lang (1.98 m) en zijn handen hadden een grote spanbreedte. Misschien verklaart dat de soms bijna onmogelijke accoorden in zijn pianowerken. Zo begint dit concert in het 1e deel met een aantal accoorden met meer dan 10 noten die tegelijk moeten worden aangeslagen met 10 vingers, waarbij de afstand tussen duim en pink in iedere hand voor een pianist met wat kleinere handen bijna niet te doen is.

Het stuk is gecomponeerd in 1900 en had zijn première in 1901. Het was een soort revival van Rachmaninoff nadat hij de jaren ervoor door depressieve klachten nauwelijks aan componeren was toegekomen.

In de opname die ik heb gekozen is Arthur Rubinstein de solist, begeleid door het Chicago Symphony Orchestra o.l.v. Fritz Reiner. De opname is gemaakt in 1956. Ik denk dat het niet moeilijk is te achterhalen welk nummer uit het poprepertoire door dit deel geïnspireerd was.

Op Youtube is trouwens ook een opname uit 1929 te vinden waarin Rachmaninoff zelf de solist is in het 1e deel van dit concert.

Veel luisterplezier!

Uitvoering met Rubinstein (2e deel)

Uitvoering met Rachmaninoff (1e deel)