20-11-2019
Na de sonates voor strijkers van de vorige week deze week weer tijd voor een symfonie. Waar ik vorige week aangaf dat de zaagplaat op één van de eerste CD’s stond die ik kocht, de keuze van deze week stond op één van de eerste klassieke lp’s die ik kocht, ergens begin jaren ’70 toen ik een Dual krassentrekker (de woorden van Carel Arts) had.
Het gaat om de symfonie in d van de componist César Franck (1822-1890). Franck is geboren in Luik, dat in die tijd nog deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Hij woonde het grootste deel van zijn leven in Parijs en is in 1837 genaturaliseerd tot Fransman. Franck schreef zijn symfonie tegen het einde van zijn leven. Het was gereed in 1888 en had zijn première in 1889. Symfonieën werden in Frankrijk een tijdlang beschouwd als iets typisch Duits, vandaar dat Franck lang geen symfonieën heeft geschreven. Maar het succes van de orgelsymfonie van Saint-Saens en de Symphonie Fantastique van Berlioz gaf hem het duwtje dat hij nodig had. Het werk werd aanvankelijk slecht ontvangen, maar dat had vooral te maken met het feit dat door de Frans-Duitse oorlog van 1870 het Franse publiek weinig ophad met muziek dat van oorsprong Duits was. Gelukkig heeft Franck zich niet laten weerhouden, want het werk is erg mooi.
De symfonie bevat drie delen en begint met een mysterieus thema dat neergezet wordt door de lage strijkers en vervolgens overgenomen door de rest van het orkest en wordt uitgesponnen. Het thema keert weer terug in het laatste deel. In het tweede deel valt vooral de Engelse hoorn op met een keer op keer herhaald spookachtig thema, begeleid door harp en pizzicato violen.
Het werk wordt hier uitgevoerd door het Philadelphia Orchestra o.l.v. Ricardo Muti. Veel luisterplezier!