17-07-2019
Deze week een werk uit het begin van de 18e eeuw. Het is het concert voor hobo, strijkers en basso continuo van de Italiaanse componist Alessandro Marcello (1684~1750). En wellicht was dit werk altijd onbekend gebleven als niet een zekere Johann Sebastian Bach hier een bewerking van had gemaakt voor solo piano.
Het wat nasale geluid van een hobo is altijd herkenbaar. Net als een fagot is een hobo een dubbelriet instrument. Het verschil met een fagot is dat een hobo een zeer smal riet heeft. De speler moet veel druk leggen op het middenrif om er geluid uit te krijgen. Professionele hobospelers eindigen vaak met een scheurtje in het middenrif door de krachten die daarop worden uitgeoefend. Dat is dan direct einde oefening voor hen. Vanwege de toonvastheid wordt een hobo altijd gebruikt als instrument waarop de andere instrumenten in een orkest afstemmen.
In de door mij gekozen uitvoering is Marcel Ponseele de solist. Hij speelt op een authentieke barokhobo. Hij wordt begeleid door het Ensemble Il Gardellino onder zijn leiding.