Anton Bruckner. Symfonie nr. 7 in E, WAB 107

27-10-2021

Het zal jullie niet zijn ontgaan dat de afgelopen week Bernard Haitink is overleden. Haitink wordt beschouwd als één van de grootste dirigenten van Nederlandse bodem. Jarenlang was hij verbonden aan het Concertgebouworkest, maar hij begon zijn carrière bij het Radio Philharmonisch orkest. Met dat laatste orkest gaf hij op 15 juni 2019 zijn laatste concert in Nederland. Zijn allerlaatste concert was op 6 september van dat jaar met de Wiener Philharmoniker in Luzern. Beide concerten werden afgesloten met de 7e symfonie van Anton Bruckner (1824-1896). Dit werk heb ik gekozen voor deze week, als een eerbetoon aan deze fantastische dirigent.

Bruckner was een Oostenrijkse componist en organist. Hij maakte aanvankelijk naam als organist, maar besloot zich allengs aan het componeren te zetten. Hij heeft veel werken geschreven, maar is vooral bekend geworden door zijn elf symfonieën. De eerste twee daarvan kregen van Bruckner geen volgnummer, zodat zijn 9e symfonie de laatste was. Die symfonie bleef trouwens onvoltooid.

De 7e symfonie zorgde voor een doorbraak voor hem wat betreft erkenning en bekendheid. Hij schreef het werk in de jaren 1881-1883 en het beleefde zijn première in 1885. Het werk bestaat uit 4 delen. Het meest opvallende deel is het Adagio. Bruckner schreef dit deel als eerbetoon aan zijn grote voorbeeld Richard Wagner die tijdens het schrijven van dit werk in februari 1883 overleed.

De symfonieën van Bruckner kennen enkele opvallende zaken. Allereerst bestaan van de meeste symfonieën verschillende versies. Dat kwam door de onzekerheid die Bruckner had over de kwaliteit van zijn werken, waardoor hij na uitvoeringen alsnog besloot aanpassingen aan de partituur te maken, maar ook doordat (soms ver na zijn dood) anderen wijzigingen teniet deden of een eigen interpretatie (bv qua tempo) toevoegden. Van de 7e symfonie bestaan maar liefst vier versies, naast een versie voor een kamermuziek ensemble. De onzekerheid van Bruckner werd ook gevoed door ciritici in zijn tijd die zijn werken te complex en te groot vonden. Zijn symfonieën duren ongeveer 70 minuten, vergelijkbaar met de duur van Beethoven’s 9e (wat voor Bruckner het ijkpunt was). In vergelijking met Beethoven en geïnspireerd door Wagner is er veel koper in het orkest. In de 7e gebruikt hij in het Adagio de Wagner tuba. Dit instrument combineert de klank van de tuba en de hoorn. Het heeft zijn naam gekregen doordat Wagner dit instrument voor het eerst gebruikte (in zijn Ring des Nibelungen).

Verder worden zijn werken gekarakteriseerd door vele herhalingen in de muziek. Dat leidde zelfs tot de uitspraak (waarvan ik de bron niet heb kunnen achterhalen) “hij componeerde geen negen symfonieën maar negen keer één symfonie”. Wel wat overdreven, want iedere symfonie heeft zijn eigen karakteristieken en het is echt niet zo dat ze allemaal op elkaar lijken.

Uiteraard heb ik gekozen voor een uitvoering van het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink.