18-09-2019
Eén van de meer toegankelijke werken van Mahler is het vierde deel uit zijn 5e symfonie, het adagietto. In dit deel zijn alleen de strijkers en harp aan zet; alle andere instrumenten in het orkest hebben dan even rust (“tacet” in muziektermen).
Mahler schreef deze symfonie in 1901 en 1902. In februari 1901 had Mahler een hersenbloeding gehad die hem bijna zijn leven had gekost. Voor herstel ging hij naar zijn huis in Karintië en daar begon hij met het componeren van zijn 5e symfonie.
De première was in 1904 in Keulen, onder zijn leiding. Het adagietto was bedoeld als een liefdeslied voor zijn vrouw Alma. Hoewel Mahler aangaf dat dit deel zeer langzaam moest worden gespeeld verschillen de diverse uitvoeringen sterk in tijdsduur. Onder leiding van Mahler zelf duurde het deel ongeveer 7 minuten, maar latere uitvoeringen konden oplopen tot bijna 14 minuten (bij een plaatopname in 1988 o.l.v. Bernard Haitink) en ruim 15 minuten (bij een live uitvoering in 1964).
Dit werk is bij filmliefhebbers vooral bekend omdat het een prominente rol had in de film Death in Venice van Luchino Visconti. Bij de uitvaart van Robert Kennedy werd dit werk ook gespeeld. En in zijn show De goeroe en de dissident uit 1988 gebruikt Freek de Jonge dit werk ook als achtergrond bij één van zijn verhalen.
Ik heb gekozen voor een uitvoering uit 1971 door het (toen nog niet Koninklijk) Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. Hier had Haitink nog niet de opvatting over tempo die hij in 1988 had: de opname duurt hier bijna 11 minuten.