23-09-2020
Na het 2e pianoconcert van Brahms van vorige week deze week een pianoconcert dat tot de meest bekende en gespeelde werken behoort. De Noorse componist Edvard Grieg (1843-1907) componeerde dit werk in 1868. Voor dit werk was hij geïnspireerd door het pianoconcert van Schumann, dat hij in 1858 voor het eerst hoorde. Muziekkenners wijzen op de overeenkomsten die tussen beide concerten bestaan. Zo is het van beide componisten het enige pianoconcert dat ze geschreven hebben (hoewel er van Grieg schetsen gevonden zijn van een tweede concert dat hij echter nooit heeft afgemaakt). De toonsoort van beide concerten is a-mineur en beide concerten starten met een korte intro van het orkest (bij Grieg een paukenroffel) gevolgd door piano solo die het krachtige thema neerzet, waarna het orkest het overneemt en het werk zich zo verder ontspint.
Zoals wel vaker bij soloconcerten vind ik persoonlijk het langzame tweede deel, in dit geval een adagio, het mooiste deel van dit werk. Ik ben benieuwd naar wat jullie ervan vinden. En mocht het eerste deel je erg bekend voorkomen: een rockversie ervan, Asia Minor van Kokomo, gebruikte Joost de Draaijer als herkenningsmelodie van zijn radioprogramma’s.
De uitvoering is door Arthur Rubinstein, begeleid door het London Symphony Orchestra o.l.v. André Previn
De rockversie van Kokomo heb ik ook toegevoegd.