Deze week verscheen een tweetal onderzoeken op het gebied van OER.
Het eerste betreft het proefschrift van TJ Bliss. Hij promoveerde aan de Brigham Young University in Utah, USA op een model voor het bij ontwerp bepalen van de kwaliteit van een (open) digitaal textbook vanuit studentperspectief.
Uit het onderzoek kwamen de volgende kwaliteitskenmerken voor een textbook als belangrijkste naar voren:
- navigation features
- access features
- technical performance
- relevance
- interaction features
- presentation features
- educational impact
- sensitivity to diversity
Het bijzondere aan dit proefschrift is het mede in ogenschouw nemen van het digitale aspect, itt veel literatuur over kwaliteit van textbooks. Het onderzoek levert ook een aantal evaluatie-instrumenten op dat bij ontwerp en validatie van textbooks gebruikt kan worden.
Het tweede onderzoek betreft een (draft) paper over motieven om OER te gaan publiceren en de spanningen die daarbij ondervonden worden. Het onderzoek gebruikt het JISC UKOER-programma als object van onderzoek.
Er worden vijf motieven onderscheiden om OER te publiceren:
- Reputation building,
- Efficiency/income generation,
- Open access to knowledge,
- Enhancing pedagogy
- Technological momentum.
Daadwerkelijk publiceren van OER wordt met name beïnvloed door “regels” van de instellingen:
- intellectual property rights (IPR),
- institutional quality processes,
- disciplinary ways of working
- pedagogic cultures
The oft-articulated benefits of OER in terms of institutional showcasing and attracting potential students, which may prove attractive to institutional managers and gain institutional support for OER, place inherent limitations on the development of more open practices which are ultimately founded on a commitment to academic commons.