Als start van 2015 attendeerde collega Eric Slaats me op een overzicht van 15 “edtech” start-ups in de EU. Naast voor mij bekende initiatieven als Iversity, Alison en Futurelearn bevat de lijst ook enkele mij nog onbekende initiatieven. De vermelde initiatieven zijn in diverse stadia van ontwikkeling. Een aantal ervan is alleen tegen betaling te gebruiken, een aantal kent een freemium model en een aantal is geheel vrij te gebruiken. Daar waar het gaat om delen van content zijn soms wel en soms niet de voorwaarden voor hergebruik duidelijk (lees: wordt soms wel en soms niet vermeld onder welke open licentie het leermateriaal te hergebruiken is).
Een paar initiatieven uit de lijst, waarbij delen van content het oogmerk is, heb ik nader bekeken. Hier mijn indrukken.
Eliademy: een Fins initiatief. Eliademy is een platform waar docenten en lerenden cursussen kunnen creëren, delen en volgen. Hun motto is “Democratizing education with technology“. Alle functies zijn vrij beschikbaar. Je kunt zelf bepalen of je een cursus vrij of tegen betaling aan wilt bieden. Bij het laatste gaat 30% van de opbrengst naar Eliademy. Dat lijkt hun verdienmodel te zijn.
Cursussen kunnen self-paced of cohortgewijs worden opgezet. Er is de mogelijkheid discussieforums aan cursussen te koppelen. De auteursomgeving is erg rijk met diverse opties als aanmaken van quizzes, hergebruiken van bestaande content of zelf creëren van eigen content.
Volgens hun Terms of Use blijft alle content die je upload jouw eigendom. Er worden geen rechten overgedragen aan Eliademy.
Sowiso: een spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven. Beoogt digitale wiskundecursussen aan te bieden. Lijkt geen open modus te hebben.
Coursio: een Zweeds initiatief. Omschrijft zichzelf als “a simple publishing service for education oriented content and courses“. Voor zover ik kon nagaan zijn er alleen cursussen beschikbaar die tegen betaling te volgen zijn (behalve de cursussen die meer over Coursio vertellen). Onduidelijk is hoeveel publiceren van een cursus kost. Er is een API beschikbaar.
Gibbon: een initiatief uit Leiden. Op dit platform is het mogelijk zgn. playlists te maken en te volgen. Een playlist is een verzameling bronnen, in een logische volgorde geplaatst door een expert. Die playlists kunnen variëren van een lijst van video’s (veelal beschikbaar via Youtube of Vimeo) tot een combinatie van diverse bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, al dan niet elders beschikbaar of in de omgeving gecreëerd. Daarnaast biedt het platform community faciliteiten via een discussieforum, gekoppeld aan de inhoud.
Het platform is ideaal voor een docent om cursussen te creëren of te hergebruiken, eventueel als halffabrikaat en daar opdrachten aan koppelen, omdat het platform voor zover ik kon zien dit laatste niet ondersteunt. De omgeving is vergelijkbaar met de Wikiwijs Maken omgeving.
Voor zover ik kon zien zijn alle services vrij beschikbaar. In de Terms of Service wordt duidelijk dat Gibbon alle gebruikers bijdragen die op het platform wordt geplaatst mag gebruiken voor allerlei doeleinden. Het verdienmodel achter de site is niet duidelijk.
Digischool: niet te verwarren met de Nederlandse Digischool (PO en VO), hoewel het deels wel vergelijkbaar is. Lijkt op wat Wikiwijs en KlasCement beogen (delen van leermaterialen door docenten), maar is qua uitvoering meer vergelijkbaar met KlasCement (team van redacteuren die content eerst beoordeelt). Staat op punt van starten. Verdienmodel en mate van openheid is onduidelijk.
Van de hier bekeken initiatieven vond ik Eliademy de beste indruk achterlaten: een rijke omgeving met ook al veel content beschikbaar. De andere hier vermelde intiatieven zijn wel de moeite waard om te volgen qua ontwikkeling.
Tag Archives: Tools
MOOC's van het IOC
Onlangs lanceerde het International Olympic Committee (IOC) een serie van MOOC’s. Hun primaire doelgroep lijkt daarbij topatleten te zijn. Onder About is het volgende te vinden over het doel:
“The IOC Athlete MOOC is an innovative new way for elite athletes to study while training and competing. Anyone can access the IOC Athlete MOOC, wherever they are.”
Het is een experiment dat loopt tot einde van 2014, waarna een evaluatie eventuele vervolgactiviteiten zal bepalen.
De serie bevat 7 MOOC’s met onderwerpen als sportpsychologie, technologie, spieren, hart en bloedvaten (cardiovascular) en voeding. De MOOC’s kunnen zelfstandig op ieder tijdstip gevolgd worden (er is geen cohort). Iedere MOOC is opgebouwd uit een aantal video’s (5-10 minuten) met de stof, afgewisseld met korte video’s waarin de toepassing van de stof in de praktijk wordt geïllustreerd, meestal door een topsporter. Iedere MOOC wordt afgesloten door een korte kennisquiz (meerkeuzevragen), waarbij een ongelimiteerd aantal pogingen is toegestaan. Per MOOC kunnen badges worden verdiend, uiteraard in de vorm van bronzen, zilveren of gouden medailles. De studietijd per MOOC is ongeveer een uur. Bij iedere MOOC is een forum beschikbaar en zijn er verwijzingen naar achtergrondinformatie (zoals wetenschappelijke artikelen die dieper op het onderwerp ingaan).
Ik heb een vijftal van de MOOC’s gevolgd. De inhoud is redelijk basic, maar ik heb een verleden als wedstrijdsporter, waardoor veel van de stof al bekend was voor mij. Voor iemand die geïnteresseerd is in sport en meer te weten wil komen over wat er allemaal komt kijken bij het leveren van een topprestatie geven de MOOC’s een mooie inleiding. Of de MOOC’s veel nieuws zullen bevatten voor de topatleet waarop het IOC zich richt waag ik echter te betwijfelen. Sterker: wanneer dat wel nieuw is voor de betreffende atleet dan schort er m.i. iets aan zijn begeleiding.
Hoewel qua look-and-feel de meeste MOOC’s er goed uitzien, was er inhoudelijk wel wat op aan te merken. Bij één MOOC wilden ze experimenteren met formats, maar daarbij waren er technische problemen (de MOOC startte niet in Chrome) en was er geen feedback op de quizvragen, waardoor het onduidelijk bleef welke vragen je goed en welke je fout had. Diezelfde MOOC werd in twee talen aangeboden (Engels en Frans), maar de Franstalige MOOC onderscheidde zich alleen door een Frans gesproken voice-over toe te voegen (de sheets bleven Engelstalig).
De intermezzo’s tussen de lesstof waren leuk, mede door de sportbeelden die daarin te zien waren. “Onze” Epke figureerde daarin ook en ik kwam zo ook te weten (bij de MOOC over voeding) dat het geheim van de wereldrecordhoudster polsstokhoogspringen Jelena Isinbayeva is om 3,5 uur voor een wedstrijd chocolade te eten.
Er bestaat de mogelijkheid via een tool Captured de inhoud van een MOOC te bewaren en eigen aantekeningen en andere content toe te voegen. Het IOC voorziet daarin voor de atleet de mogelijkheid hiermee eenpersoonlijk dossier op te bouwen, bijvoorbeeld in communicatie met je coach. Deze mogelijkheid is interessant, ook voor andere MOOC’s van bv. Coursera of EdX. Hoewel meer en meer de video’s van dergelijke MOOC’s op platformen als Youtube of Vimeo beschikbaar zijn, zou een tool waarmee je al die content in één keer bij elkaar hebt voordelen voor een lerende kunnen bieden, zeker als daarmee offline bestuderen mogelijk wordt.
Zoekt en gij zult vinden
Vindbaarheid van OER is een van de drempels die grootschalig gebruik ervan in de weg staat. Ik heb daar in deze blog al eerder over geschreven. Een van de oorzaken is dat er weinig overzichten zijn van collecties (repositories) met OER. Wil je zoeken in collecties dan moet je al weten welke collecties er zijn en dan vervolgens in ieder daarvan een zoekactie starten. Om dat laatste te vermijden kan een zoekmachine die verschillende repositories tegelijk doorzoekt uitkomst bieden. Een generieke zoekmachine als Google heeft het bezwaar dat zoekresultaten zich niet beperken tot OER, waardoor de gezochte pareltjes lastig te vinden zijn in de resultaten.
In deze blogpost een overzicht van initiatieven die ik ken op beide gebieden als een eerste handreiking voor degenen die op zoek zijn naar repositories met OER danwel de wens hebben over repositories heen te kunnen zoeken op trefwoord.
Overzicht van repositories
- De OER Repositories World Map. Een initiatief van Javiera Atenas en Leo Havemann (University of London resp. Universitat de Barcelona).
- WSIS Knowledge Communities. Een wiki van UNESCO waar bezoekers links naar repositories kunnen toevoegen met een korte beschrijving.
- Serendipity. Een initiatief, vergelijkbaar met de OER Repositories World Map, maar gebaseerd op een andere technologie.
Overzicht van zoekmachines die verschillende repositories tegelijk doorzoeken
In de onderstaande tabel staat een overzicht van zoekmachines. Om een klein idee te krijgen van de kracht van de zoekmachine heb ik een search gedaan naar de termen “Einstein”, “Shakespeare” en “Keynes”. De aantallen gevonden OER staan vermeld in de tabel. Ik heb daarbij niet gecheckt of de gevonden materialen ook relevant waren bij die zoekterm.
Zoekmachine | Omschrijving | Resultaten |
Mijn eigen zoekmachine | Het overzicht van Javiera Atenas (dat hierboven is genoemd) is de basis van een aangepaste Google zoekmachine die ik op mijn eigen site heb geplaatst. | Einstein: 23 miljoen Shakespeare: 21,7 miljoen Keynes: 6,54 miljoen |
Google OER zoekmachine | Een door Google University aangeboden aangepaste zoekmachine | Einstein: 2,7 miljoen Shakespeare: 2,74 miljoen Keynes: 252.000 |
Open Courseware Consortium | Zoekt door >25000 cursussen van members van dit consortium | Einstein: 30 Shakespeare: 24 Keynes: 1 |
Open Tapestry | Zoekt naar open resources die door bezoekers zijn gemeld | (1) |
Wikiwijs | Zoekt in collecties vnl. afkomstig uit Nederland. | Einstein: 2 Shakespeare: 3 Keynes: 0(alleen die resources die getagd staan voor HBO/WO) |
(1) Er wordt geen totaaloverzicht getoond cq aantal resultaten, maar de resultatenpagina wordt in blokken opgebouwd bij het scrollen naar beneden (a la Google Images)
Deze overzichten hebben bij lange na niet de pretentie volledig te zijn. Een Google search op “OER search engine” (zonder de “”) gaf 359.000 resultaten. De twee eerstgenoemde resultaten daar zijn resp. de pagina “Finding OERs” uit de OER Infokit van JISC en “Look no Further for OER Search Engines” van Curriki (daterend uit 2010).
Een paar van de hierboven genoemde sites geven de mogelijkheid links naar OER zelf toe te voegen (met korte beschrijvingen) of OER die via de betreffende site gevonden wordt te beoordelen. Wat daarbij opvalt is dat met name dat laatste nauwelijks van de grond komt. Het vraagstuk om te beoordelen of gevonden OER daadwerkelijk is wat je zoekt blijft daardoor weinig ondersteund.
MOOC's vergeleken
Met de gestage groei in zowel het aanbod van MOOC’s als sites waarop MOOC’s worden aangeboden ontstaan er ook sites waarop naar MOOC’s kan worden gezocht op diverse criteria. Class-central was een van de eerste en (nog steeds) een van de meest volledige (met momenteel 1688 cursussen, waarvan er 804 reeds zijn beëindigd).
In dit artikel staan korte beschrijvingen van vijf sites waar MOOC’s niet alleen kunnen worden gezocht, maar waar ook een review van of waardering aan MOOC’s gegeven kunnen worden (meestal weergegeven op een schaal van 1 tot 5 sterren).
Momenteel bevatten de meeste MOOC’s die op die sites genoemd worden geen reviews en zijn de waarderingen gebaseerd op enkele deelnemers die de moeite hebben genomen een MOOC te waarderen. In onderstaande tabel staat per site aangegeven hoeveel cursussen er te vinden zijn en hoeveel cursussen er resp. meer dan 100, tussen 10 en 100 en tussen 1 en 10 beoordelingen hebben gekregen.
Site | # Waarderingen |
GradeMyCourse (#: onbekend) (1) |
>100: 7 10-100: 54 <10: 147 |
TopFreeClasses (#: onbekend) |
>100: 2 10-100: 8 < 10: >100 (2) |
Coursetalk (#: 1232) |
>100: 5 10-100: >40 <10: >100 (2) |
MOOCtivity (#: 731) |
Meeste geen waardering. Met waardering: gebaseerd op enkele (<10) personen |
MOOCAdvisor (#: 2581) |
Meeste geen waardering. Met waardering: gebaseerd op enkele (<10) personen |
(1) Alleen Coursera, Udacity en EdX
(2) Veel cursussen moeten nog beginnen, maar hebben al wel een waardering gekregen
Opvallend was de Coursera cursus An Introduction To Interactive Programming in Python. Deze cursus kreeg op GradeMyCourse en TopFreeclasses >1000 reviews, terwijl het bij MOOCtivity maar 4 waarderingen kreeg.
Al met al nuttige sites om vooraf meer inzicht te krijgen in zaken als moeilijkheidsgraad, ervaren aantal uren tijdsbesteding en ervaren tevredenheid. De vraag is of nog zo’n site erbij voor Nederland nuttig is. In een eerdere blogpost heb ik hier wel eens voor gepleit om docenten die een MOOC inzetten in hun curriculum die MOOC te beschrijven op enkele punten en die beschrijving te delen met de rest van Nederland. Een dergelijke White List (zoals ik dat toen heb genoemd) kan gekoppeld worden aan een van de hier beschreven vergelijkingssites, zodat alleen aanvullende informatie , nuttig voor docenten in de Nederlandse situatie, hoeft te worden beschreven (zoals plaats in curriculum).