Ontwerp en uitvoering van een MOOC

Gisteren verscheen een onderzoeksrapport The pedagogy of the Massive Open Online Course: the UK view van twee onderzoekers van de University of Edinburgh, onder de vlag van de Higher Education Academy in Groot Brittanië. De onderzoekers hebben 58 MOOC’s die door universiteiten in de UK worden aangeboden als onderwerp van hun onderzoek genomen. Er wordt geconstateerd dat de rol van de docent in een MOOC veelkoppig is: docent, ontwerper, mentor, marketeer voor je instelling etc. Een van de conclusies luidt:

MOOC pedagogy is not embedded in MOOC platforms, but is negotiated and emergent. Multiple social and material influences converge when MOOC pedagogy is enacted: teacher preferences and beliefs, disciplinary influences, patterns of learner expectation and engagement, and other contextual factors such as institutional teaching culture or the desire to generate analytics. We need to give greater attention to MOOC pedagogy as a socio-material and discipline-informed issue.

Deze conclusie kan ik onderschrijven. Ter illustratie enkele van de ervaringen die ik had met een aantal MOOC’s die ik heb gevolgd cq nog aan het volgen ben (op de platformen van Coursera, EdX en Futurelearn)

  • Op een video van een docent hoorde je de geluiden van een overvliegend vliegtuig en een brandweerwagen met loeiende sirene.
  • Afspelen van de video’s van een docent gaf pas een draaglijke ervaring bij snelheid 1.5
  • Bij meerkeuzevragen zijn er 5 opties, waarbij er meerdere correct zijn. Wanneer je geen idee hebt in welke richting je de oplossing moet zoeken moet je alle (maximaal) 31 combinaties uitproberen om de juiste te vinden, waarna je dan pas de terugkoppeling krijgt waarom dat antwoord correct is. Ik zou liever al wat hints krijgen bij een fout antwoord.
  • Bij een MOOC schrijft de docent een afleiding van een formule met krijt op een bord. Helaas staat hij vóór het bord, waardoor het geschrevene niet te lezen is.
  • De opbouw in moeilijkheidsgraad bij een MOOC over elementaire deeltjes is nogal abrupt, waardoor de stof ineens niet meer te volgen is. De toetsvragen daarna vragen echter alleen naar feitjes die eenvoudig te beantwoorden zijn, maar die het begrip van de stof niet toetsen.
  • Een docent kijkt veelvuldig naar beneden (waarschijnlijk om aantekeningen te bekijken). Dat gaat op den duur irriteren.

Geen misverstand: ik ben heel blij dat ik met gebruikmaking van MOOC’s mijn kennis kan uitbreiden of opfrissen en ik geniet van de leerervaringen. Aanbieden van MOOC’s om te experimenteren en ervaring op te doen met dit fenomeen is een prima zaak, maar besteed dan wel aandacht aan details als die hier genoemd zijn en die eenvoudig te voorkomen zijn. Dat zou de leerervaring volmaakt maken.
 
 

Twee muzikale MOOC's vergeleken


In de afgelopen maanden heb ik twee Coursera MOOC’s gedaan die beiden een muzikaal onderwerp hadden: “History of Rock, part 1” door John Covack (University of Rochester) en “Exploring Beethoven’s piano sonatas” door Jonathan Biss (Curtis Institute of Music). Behalve dat beide onderwerpen me hobbymatig interesseren, was ik ook benieuwd naar hoe een MOOC over niet-exact onderwerp als muziek opgezet is. Met name de type opdrachten en examens hadden daarbij mijn interesse, maar ook of en hoe gebruik wordt gemaakt van multimedia anders dan alleen video met gesproken tekst.
Allereerst enkele karakteristieken van beide MOOC’s.

History of Rock Beethoven
Doorlooptijd 7 weken 5 weken
Aantal assignments 3 + examen 3
Type assignment Multiple choice Essays met peer review
Aantal registraties 43.000 35.000
Actieve participatie 24.000 18.000
Aantal assignments 8.000 2.000
Aantal participanten in forum 2.000 1.000

Bij beide MOOC’s vertelden de docenten in korte videoclips de inhoud. Maar daarmee hield de overeenkomst tussen beide MOOC’s wel op.
Bij de History of Rock cursus bleef het alleen bij uitgesproken tekst. Hier hadden kosten bespaard kunnen worden door de uitgesproken tekst downloadable ter beschikking te stellen. Deze feature was wel aanwezig bij de Beethovencursus: er was daar de mogelijkheid ondertiteling in te schakelen en de ondertiteling was ook als tekstbestand beschikbaar. Maar bij de laatstgenoemde cursus werden ook hele stukken uit de sonates door de docent “live” ten gehore gebracht om elementen uit zijn betoog te illustreren. Dat was een grote toegevoegde waarde van de video.
Een en ander zal wel te maken hebben met rechtenproblematieken voor de nummers die bij de History of Rock cursus ter sprake kwamen. Ook voor stukken die maximaal 30 seconden duren moet toestemming verkregen worden (in tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt) en dat zal misschien ook per land verschillen. Dat zet een cursus als History of Rock op dat aspect wel op achterstand ten opzichte van een cursus als die over Beethoven: die nummers zijn rechtenvrij en de docent voert het ook zelf uit.
De assignments en het examen bij de History of Rock cursus waren toetsen van pure feitenkennis. Onderstaand een voorbeeld van een vraag ter illustratie:
“Which description of the Wall of Sound best reflects the discussion in the video?”

  • Phil Spector developed the Wall of Sound in mono, not stereo, and it constituted an attempt to get the biggest sound possible in mono.
  • Phil Spector developed the Wall of Sound in stereo in an attempt to capture the clearest mix possible and to permit every single instrument and voice to be heard distinctly.
  • The Wall of Sound was a term used to describe the increasingly larger amplifiers and drum kits appearing onstage during the early 1960s, which when aligned along the back of the stage created a literal wall of sound.
  • Leiber and Stoller developed the Wall of Sound in an attempt to blend classical music and rhythm & blues into a softer pop style.)

De docent heeft over zijn ervaringen bij deze en een “Part 2” cursus een artikel geschreven. Een van zijn conclusies is

My experience has caused me to stop thinking of the MOOC as an alternative to the traditional college course. It is rather something like a very organized series of public lectures based on the structure of a college course. MOOCs are most valuable as a way of bringing the wealth of knowledge we produce and preserve in the academy to the broadest possible public—something, it must be admitted, we probably do not do enough. I use my MOOC video lectures in my regular course at Rochester now; I assign these lectures to students and this frees up class time to focus on particular pieces and discussions that we might not otherwise have gotten to.

Deze conclusie ondersteunt een steeds vaker gehoorde toepassing van MOOC’s voor (eigen) onderwijs: verbeteren van de campuservaring (in dit geval door een flipped classroom aanpak).
Jammer was dat vrij snel na afloop van de cursus de video’s niet meer beschikbaar waren (tenzij je ze van tevoren had gedownload). Dit vanwege een nieuwe sessie van de cursus die in september is gestart. Omdat er ook geen dictaat of andere schriftelijke teksten aanwezig waren kon de stof niet meer worden teruggekeken.
Naast de eerder genoemde muzikale fragmenten die in de cursus te horen waren was het grootste verschil bij de Beethoven cursus t.o.v. de History of Rock cursus de assignments. Bij ieder assignment moest een essay worden geschreven. Dit essay werd nagekeken door drie medestudenten. Wanneer je wilde dat je assignment beoordeeld werd, moest je zelf minimaal drie andere assignments nakijken. De beoordelingscriteria waren vooraf bekend. Meestal waren dat drie criteria, waarbij je bij de beoordeling drie keuzes had: “voldoet niet – voldoet – voldoet meer dan gevraagd”. Tevens was er de mogelijkheid een reactie te schrijven bij de beoordeling. De docent gaf de volgende waarschuwing mee (nadruk door mij aangebracht):

The purpose of the homework assignments is to give you an opportunity to engage with the lecture materials; they should not be a source of stress!
When evaluating your peers’ work, please remember that the course is open to students of all backgrounds. This means not only that the person whose work you are evaluating may be much more or less familiar with Beethoven’s music than you are, but that he or she may have a first language other than English.

De assignments waren erg uitdagend, zeker niet eenvoudig en leidden tot een beter begrip van de leerstof. Een voorbeeld van een assignment ter illustratie:

Listen to one of the nine Beethoven sonatas discussed in the course. Imagining that this is a contemporary work or that you lived when it was a new work, write a review of the piece (NOT the performance), preferably incorporating some of the historical and stylistic questions discussed in the course.

De vorm van review leidde tot veel reacties in het forum. De meest genoemde waren:

  • Doordat in het forum veel input kwam van personen die duidelijk erg thuis waren in het vakgebied gaven diverse deelnemers aan niet de assignments te willen maken vanwege de vrees dat ze dan “afgeschoten” zouden worden wanneer ze door zo’n expert beoordeeld zouden worden.
  • Veel deelnemers gaven aan zich niet competent genoeg te voelen om assignments te beoordelen. Ze beschouwden dit als een taak van een docent en niet van een student.
  • Ettelijke deelnemers beklaagden zich over de beoordelingen. Zij hadden het gevoel goed aan de opdracht te hebben voldaan, maar kregen een magere beoordeling en soms ook een reactie waar ze weinig mee konden.
Bij beide cursussen was ik uiteindelijk een drop-out: hoewel ik de intentie had het certificaat te halen is het niet gelukt (missen van een deadline van een assignment bij de History of Rock cursus resp. tijdgebrek en daardoor missen van een assignment bij de Beethovencursus). Dat doet echter geen afbreuk aan wat ik uiteindelijk bij beide cursussen heb opgestoken en hoe ik ze ervaren heb.

Voor de liefhebber tenslotte: de docent van de Beethovencursus, Jonathan Biss, is zelf een uitstekende pianist. Hier is hij (vanaf 57:14) te zien in een masterclass uit 2005 door Daniël Barenboim, waaraan ook de Chinese pianist Lang Lang meedeed.
 
 
 
 

Open: wat vinden studenten daar nu van?

Gebruik van open leermateriaal en andere vormen van open onderwijs zoals MOOC’s in hoger onderwijs zou uiteindelijk voordeel moeten bieden aan de studenten. Het is daarom opvallend dat hun mening vaak ontbreekt wanneer er door een instelling voor hoger onderwijs beleid wordt ontwikkeld op open onderwijs of wanneer een instelling besluit open leermaterialen te publiceren of materiaal van elders te hergebruiken in het eigen curriculum. In de afgelopen week zijn twee onderzoeksrapporten verschenen over hoe studenten tegen open onderwijs aankijken. Suzanne de Kort heeft, in het kader van een stage bij Wikiwijs, in juni een soortgelijk onderzoek gedaan onder studenten in het hoger onderwijs in Nederland. In deze blogpost zal ik de resultaten uit deze drie onderzoeken met elkaar vergelijken.
Het eerste artikel betreft Learner Experiences with MOOCs and Open Online Learning. In dit open beschikbaar boek beschrijven tien studenten ieder hun ervaringen bij het volgen van een MOOC of andere vormen van open education (zoals een tutorial op Youtube). De cursussen varieerden van statistiek tot mixen van electronische muziek. Twee conclusies zijn getrokken door de initiatiefnemer van dit boekwerk, George Veletsianos:

  • Er is een groot verschil tussen verwachtingen en realiteit van open online leren. Studenten komen grote barrières tegen, maar waarderen aan de andere kant ook de toename in flexibiliteit die open online leren hen biedt. De realiteit zoals die door lerenden wordt ervaren zijn noch zo positief als optimisten vaak doen voorkomen, noch zo negatief als critici vaak suggereren.
  • De onderhavige studie bevat onderdelen van een nog incompleet totaalbeeld van de leerervaringen bij open online leren. Onderzoeken vinden plaats in verschillende contexten en focussen op verschillende aspecten van de leerervaring.
Het tweede artikel is een studie van het Educause Center for Analysis and Research. Het is een breed opgezette studie naar keuzes en voorkeuren van undergraduate studenten. De studie is uitgezet onder 1,6 miljoen studenten, waarvan ruim 113.000 uit 14 landen response gaven. Een aantal vragen ging over open leermaterialen en het aanbod van MOOC’s. Conclusies over dit laatste en nauw eraan gerelateerde onderwerpen:
  • Studenten prefereren een blended leren aanpak en beginnen te experimenteren met MOOC’s.
  • Studenten prefereren hun sociale en leeromgeving gescheiden te houden, ook in hun gebruik van technologie.
  • Studenten zijn matig geïnteresseerd in vroegtijdige studeeraanwijzingen gebaseerd op learning analytics.
71% van de studenten geeft aan wel eens OER te gebruiken, maar voor de meesten is dit gebruik marginaal. 10% geeft aan OER altijd te gebruiken. De studenten geven aanbevelingen aan hun instructeurs om OER te gebruiken omdat het in hun ogen zorgt voor extra hulp bij het leren, extra informatiebronnen en verschillende perspectieven op een onderwerp. De bekendheid met MOOC’s is erg laag (75% heeft er nog nooit van gehoord en slechts 3% heeft er wel eens eentje gevolgd. Hiervan heeft 1/3 (dus 1% van het totaal) de MOOC ook afgemaakt, waarvan de helft (dus 0,5% van het totaal) ook een certificaat heeft behaald. Rond de 16% gaf aan colleges niet te bezoeken als deze online beschikbaar zouden zijn. Er is een infographic beschikbaar waarop resultaten zijn weergegeven.
Het onderzoek van Suzanne de Kort was bedoeld om in kaart te brengen de intentie en daadwerkelijk gebruik van aanvullend digitaal leermateriaal dat niet tot de verplichte stof behoort door studenten in het hoger onderwijs in Nederland. Hierbij was het van belang dat het aanvullend materiaal vrij beschikbaar was. Het hoefde niet per se gepubliceerd te zijn onder een open licentie. De survey had een bruikbare response van 162, redelijk gelijk verdeeld over man/vrouw resp HBO/WO. Hier een samenvatting van de belangrijkste resultaten.
  • 27% van de studenten geeft aan gemiddeld één keer per week op zoek te gaan naar aanvullend digitaal materiaal, 21% geeft aan meerdere keren per week op zoek te gaan. Daartegenover geeft ongeveer 3% aan nooit op zoek te gaan naar aanvullend digitaal materiaal.
  • 59% van de studenten geeft aan het behoorlijk tot heel belangrijk te vinden om aanvullend digitaal materiaal te zoeken
  • De belangrijkste redenen om op zoek te gaan zijn het beter begrijpen van de leerstof (64%), het feit dat het snel en op ieder moment beschikbaar is (51%), tijdsbesparing (bv. door alleen de gezochte samenvatting te leren) (47%) en aanvulling op studie via achtergrondinformatie (44%)
  • De belangrijkste redenen om niet op zoek te gaan zijn twijfel over de betrouwbaarheid van de informatie (63%), verlies van overzicht door overload van informatie (38%) en twijfel over de keuze van het juiste leermateriaal (34%)
  • Studenten gaan het meest op zoek naar bronnen voor opdrachten, extra uitleg en samenvattingen
  • Belangrijkste vindplaats van digitaal materiaal: zoekmachines (86%), via vrienden of studiegenoten (51%) en via tips van docenten (38%).
  • 20% van de studenten kende het fenomeen MOOC. 4% van de studenten had wel eens een MOOC gevolgd en minder dan 1% heeft het afsluitende examen gedaan (zonder een certificaat te behalen).

Uit analyses van relaties tussen intentie en daadwerkelijk gedrag van gebruik van aanvullend digitaal leermateriaal is af te leiden dat het daadwerkelijk gedrag vooral afhangt van de kwaliteit van het materiaal en hoe vroeg ze hiermee in aanraking komen. Tevens is uit de veel genioemde redenen om niet op zoek te gaan af te leiden dat docenten in de rol van curator erg belangrijk zijn om studenten ertoe te bewegen op zoek te gaan naar aanvullend digitaal leermateriaal. Zij moeten studenten stimuleren en ook aangeven waar geschikte bronnen te vinden zijn.
De resultaten over MOOC’s zijn bij alledrie de studies gelijkluidend. Veel studenten kennen het fenomeen niet en slechts heel weinig studenten wagen zich er ook aan.

 

Presenteren op afstand

Afgelopen donderdag zag ik om 12:30 uur een tweet in mijn tijdlijn met het verzoek of ik een uur later (!) kon invallen bij het Springbreak-evenement in Roermond voor het geven van een presentatie over MOOC’s. Omdat ik door omstandigheden aan huis ben gebonden kon ik niet op dit verzoek ingaan, maar zou het wel op afstand kunnen. Dit aanbod werd in dank aanvaard door de organisatie. Snel een presentatie die ik eerder had gebruikt aanpassen aan de gelegenheid (een paar sheets eruit, een paar andere erin). Ik nam de vrijheid het kader breder te schetsen: open online onderwijs is meer dan alleen MOOC’s en kan voortbouwen op een traditie vanuit zowel open universiteiten als OER.
Via Google Hangout zou e.e.a. plaatsvinden. Voor mij was die omgeving nieuw, maar het bleek zich bijna vanzelf te wijzen. Helaas was er geen duplex-verbinding mogelijk, zodat ik tijdens de presentatie geen visuele en auditieve feedback kreeg. Ik voelde me een beetje zoals een nieuwslezer zich moet voelen en kreeg daardoor ook meer respect voor deze beroepsgroep. De Q&A na afloop werd via mobiele telefoon gedaan: de vragensteller stelde de vraag, ik gaf antwoord en de vragensteller vatte het antwoord samen voor de rest van de toehoorders.
Al met al een leuke ervaring, maar face2face contact met het publiek heeft toch mijn grote voorkeur. De organisatie heeft deze ervaring vanuit hun perspectief ook beschreven.
De presentatie die ik heb gebruikt staat hier.

Ervaringen met een MOOC, the sequel

Eerder heb ik een post geschreven over een Massive Open Online Course (MOOC) Cryptography van Coursera waaraan ik deelnam. Inmiddels is de MOOC beëindigd. In deze post beschrijf ik mijn verdere ervaringen, de zaken die mij zijn opgevallen en ontwikkelingen die zich in de tussentijd op het gebied van MOOCs hebben afgespeeld.

Ervaringen

De MOOC duurde twaalf weken. In die tijd werden iedere twee weken een nieuwe set video lectures, slides en een set opgaven geplaatst. Je had steeds twee weken de tijd om de opgaven te maken en te versturen. Totaal dus 6 “colleges” + een afsluitend examen.
Bij de cursus was ook een forum beschikbaar (qua opzet vergelijkbaar met een php-forum). Als ik problemen had met een opgave waren de vragen en hints die door medestudenten gegeven werden in dat forum waardevol. Opvallend daarbij vond ik dat nergens de juiste antwoorden gegeven werden, maar dat het ook bij hints bleef. Men was zich blijkbaar bewust van de belofte “fair” te handelen die bij inschrijving gedaan moest worden. De professor die verantwoordelijk was voor de cursus was ook aanwezig en bij tijd en wijle antwoordde hij ook (boornamelijk vragen die gingen over voortgang of wijze van tentamineren). Ook verschenen al snel allerlei berichten over lokale studiegroepen die zich wereldwijd hadden gevormd, waarbij studenten IRL bij elkaar kwamen om de stof gezamenlijk te bestuderen. Het forum bevatte ook meer luchtige onderwerpen zoals een thread waarin de “catch phrases” van de docent werden verzameld en een oproep een T-shirt te gaan ontwerpen voor de deelnemers aan deze MOOC.
De video lectures waren opgeknipt in stukken van 10-20 minuten (enkele iets langer tot 25 minuten). Ieder fragment bevatte een kop en een staart, waarbij begonnen werd met een samenvatting van de voor die video relevante theorie. Dit geheel gaf een goed overzicht over de te leren stof en maakte het ook behapbaar om het qua planning te verdelen over de beschikbare tijd van twee weken.
Uiteindelijk kostte het me ongeveer 10 uur per college om de stof te bestuderen en de opgaven te maken. Het afsluitende examen kostte me nog eens een kleine 3 uur.
Het materiaal voor de laatste collegeweek en het examen liet lang op zich wachten. In het forum werd daar geen directe verklaring voor gegeven, maar het leek er op dat met de collegereeks begonnen werd voordat al het materiaal al gereed was.
Hoewel de cursus open is, is het gebruikte materiaal dat niet. In de Terms of Use van Coursera staat hierover het volgende:

You may download material from the Sites only for your own personal, non-commercial use. You may not otherwise copy, reproduce, retransmit, distribute, publish, commercially exploit or otherwise transfer any material, nor may you modify or create derivatives works of the material.

Van open materiaal zou je verwachten dat aanpassing, mixen met ander materiaal, verspreiding en hergebruik toegestaan is. EdX (zie verderop) heeft wel de intentie hun materiaal onder een open licentie aan te bieden.

Ontwikkelingen

Gedurende de tijd dat het college liep waren er veel ontwikkelingen op het terrein van MOOC. De lancering van EdX (een samenwerking tussen MIT en Harvard) eind april trok de meeste aandacht. Er is inmiddels veel over MOOCs en de snelle ontwikkeling gepubliceerd in tijdschrijften en blogs. Enkele punten uit die publicaties:

  • Kritiek op de klassieke samenwerkondersteuning zoals een forum.
  • Een voorstel MOOC alleen te reserveren voor connectivist learning en anders MOC te gebruiken (Massive Online Courses). Ik vind dat zelf wat vergezocht: “open” zou dan ook iets zeggen over de didactische vorm van een MOOC (alleen connectivistisch leren zou dan open mogen worden genoemd). Voor mij werkte de gebruikte didactiek (een kopie van een “klassiek” college) goed, maar dat zal wel met mijn leervoorkeur te maken hebben.
  • Ivy League universiteiten kunnen hun courses weggeven, omdat het daar gaat om branding en “erbij horen”. Aangenomen worden op zo’n universiteit is een bijna nodige voorwaarde om een goedbetaalde baan na afloop van de studie te krijgen via hun netwerk van alumni. Dat is de werkelijke toegevoegde waarde van hen en daar hebben studenten veel geld voor over. Dat werpt wel de vraag op of Ivy League universiteiten de enige zijn die dit dan zouden kunnen. Zeker is wel dat iedere universiteit zal moeten nadenken over hoe om te gaan met deze ontwikkeling en wat dit voor hen zou kunnen betekenen (zowel in kansen als in bedreigingen).

De survey die aan het einde van de cursus werd afgenomen geeft wellicht enig inzicht in beweegredenen die Stanford heeft om dit aan te bieden:
Which of the following best describes your reasons for enrolling in the course? (Select your top 3 reasons)
– Preview the course before enrolling for university credit
– Faculty reputation
– It is free
– Sharpen my job skills
– I am interested in the topic
– Enhance my resume for career or college advancement
– Augment another course I am taking at the same time (!!)
– Stanford University’s reputation
– My employer suggested this course to me
– Explore a new subject area for possible career change
– This course is more suitable than the one offered by my college (!!)
(De !! zijn mijn toevoegingen).
Opvallend vond ik dat in het forum van de cursus een voorstel werd gedaan door enkele studenten om deelnemers een klein bedrag ($10) te laten storten en daarvan een cadeau voor de docent aan te schaffen als dank. Op dit moment is niet duidelijk of dit initiatief ook echt uitgevoerd wordt en wat dat voor resultaat zal hebben aan bijval.

Tenslotte

Wat betreft het vak: de hack die onlangs bij  LinkedIn plaatsvond is uitgebreid in het nieuws gekomen (zie hier bijvoorbeeld). In de cursus werd als illustratie al gewaarschuwd voor de kwetsbaarheid van de gebruikte hashfunctie (SHA 1) zonder salt (zonder dat daar LinkedIn werd genoemd). Ongetwijfeld zal deze casus in nieuwere versies van deze cursus opgenomen worden. Want dat vond ik ook aantrekkelijk aan dit vak. Het bleef niet bij droge theorie, maar het geheel werd rijk geïllustreerd met real-life casussen, waarbij zwakheden van bestaande beveiligingen (zoals het WEP-protocol voor draadloze netwerken) werden getoond en de wijze waarop die zwakheden werden ontdekt.
Ik heb uiteindelijk mijn certificaat gehaald met een 7,5 voor het examen en 7,6 voor de huiswerkopgaven. Ik ga in het najaar zeker de vervolgcursus doen, want zaken als digitale handtekeningen en certificaten zijn nog niet aan bod gekomen.

Ervaringen met een MOOC

Vorig jaar heeft Stanford University een zgn. Massive Open Online Course (MOOC) gegeven over Artificial Intelligence. Dit intiatief heeft veel publiciteit gehad. Rond 160.000 studenten hebben zich aangemeld waarvan ongeveer 23.000 voor een certificaat zijn gegaan (bron). Omdat ik eens wilde meemaken wat dit fenomeen nu inhield heb ik me ingeschreven voor een tweetal MOOC’s die onlangs zijn gestart: Cryptography (http://crypto-class.org/) en Game Theory (http://game-theory-class.org/). Inmiddels ben ik bijna gereed met de eerste week van Cryptography. Hier enkele ervaringen met deze MOOC.
De cursus wordt gegeven door Dan Boneh van Stanford University. Als cursist kun je de lecture slides downloaden en je kunt video’s bekijken waarin de leerstof door hem uitgelegd wordt aan de hand van de slides. Tijdens zo’n video maakt hij handmatig aantekeningen op de slides, zodat de opbouw van de redeneringen die hij maakt goed te volgen is. Er is een forum beschikbaar waar je vragen op kunt stellen en waar je ook vragen van medecursisten kunt beantwoorden. Ik heb dat forum nog niet gebruikt tot nu toe. De video’s behandelen een afgerond onderwerp en duren tussen de 11 en 25 minuten. Bij de meeste video’s wordt op twee à drie plaatsen een meerkeuzevraag gesteld waarmee de cursist kan nagaan of hij de theorie waar het op dat moment over gaat begrepen heeft. De video staat dan stil tot je het antwoord hebt gegeven. Je krijgt een directe terugkoppeling (“Correct” of “Try again”) en kunt de video weer verder laten gaan op een eigen gekozen moment. Onderdeel van de stof zijn ook opgaven die je kunt inzenden en waar je directe terugkoppeling op krijgt. Deze opgaven bepalen aan het einde van de cursus ook of je een certificaat krijgt: bij >70% goede antwoorden wordt een certificaat verstrekt.
Om mee te kunnen doen wordt een eenmalige (gratis) registratie gevraagd. Tijdens die registratie moet je ook beloven dat je “fair” zult zijn. O.a. beloof je dat je niet in forums of anderszins uitwerkingen van opgaven zult verklappen en dat je zelf de opgaven maakt en niet de uitwerking van iemand anders onder je eigen naam verstuurt.
Ik vind het geheel tot nu toe fascinerend. Wat me vooral opvalt is dat het gewoon kijken naar de video’s met “de sage on the stage” en af en toe een interactiemomentje voor mij goed werkt. De eerste in te sturen opgave (een quiz met 10 vragen) leverde een ruime 70% als resultaat, maar vergrootte ook het inzicht in de stof die ik tot dan toe had geleerd. Eigenlijk vind ik het gewoon heel leuk en ontspannend om op deze wijze (weer) met een exakt vak bezig te zijn.

OER en vermijden van verkeerde studiekeuze

Eén van de potentiële mogelijkheden van het aanbieden van een open cursus is het aanbieden van een dergelijke cursus aan VO-leerlingen die overwegen een vervolgopleiding in een bepaalde richting te doen maar nog geen goed beeld hebben van wat een dergelijke opleiding precies inhoudt. De idee is dat een leerling een open cursus bestudeert, eventueel een tentamen aflegt, maar vooral daarmee ervaart of de inhoud wel datgene is wat hij of zij gedacht had. Dit kan, naast alle andere oriëntatiemogelijkheden die er momenteel al geboden worden door universiteiten en hogescholen, een verkeerde studiekeuze voorkomen.
Al enkele jaren biedt het Calscollege in Nieuwegein aan leerlingen uit 4 en 5 VWO de mogelijkheid een cursus van 25 uur uit het OpenER-aanbod te bestuderen en daar een tentamen over af te leggen. Het afgelopen schooljaar hebben ongeveer 15 leerlingen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Om na te gaan of deze ervaring effect heeft gehad op al reeds aanwezige (vervolg)studieplannen is een kleine survey gehouden. Deze survey is door 10 personen ingevuld en leidde tot de volgende resultaten.

  • 1 persoon gaf aan vooraf al zeker te weten wat te gaan studeren, 6 personen gaven aan wel te weten wat te gaan studeren, maar nog niet zeker te weten of hun keuze wel juist was en 3 personen gaven aan nog geen keuze te hebben gemaakt.
  • De persoon die zeker wist wat te gaan studeren (Psychologie) koos voor de korte cursus Psychologie en wist na afloop zeker dat zijn/haar keuze voor de vervolgopleiding juist was.
  • Van de 6 personen die nog twijfel hadden over de door hen gekozen vervolgopleiding gaven er 2 aan dat ze door de ervaring met de korte cursus (Inleiding recht) uiteindelijk voor een andere vervolgopleiding hebben gekozen. De overige 4 gaven aan dat de ervaring met de door hen gekozen korte cursus (Psychologie en Projectmanagement) hun twijfel over de door hen gekozen vervolgopleiding had weggenomen.
  • Van de 3 personen die aangaven vooraf nog geen keuze voor een vervolgopleiding te hebben gemaakt hadden 2 inmiddels wel een keuze gemaakt en twijfelt de 3e nog tussen 2 richtingen. De ervaringen met de korte cursussen van hun keuze hadden echter geen invloed op dat beslisproces.

Met name het effect van het volgen van de korte cursus voor de 6 personen met twijfel is interessant. Natuurlijk kunnen uit deze korte survey met het kleine aantal personen geen generaliseerbare conclusies worden getrokken over het effect van aanbieden van OER op studiekeuze. Zo blijven er vragen als “waren er ook andere omstandigheden die in combinatie met het bestuderen van de cursus voor het effect hebben gezorgd?”,  “is een tentamen afleggen echt nodig of zou het effect ook zonder dat tentamen zijn bereikt?”, “Is het effect groter voor studierichtingen waarvoor op het VO geen voorbereidende vakken bestaan (zoals Recht of Psychologie, in vergelijking tot bv. wiskunde of Nederlands)?”, “Is een VO-leerling eerder geneigd een open cursus te bestuderen dan een proefcursus die in gesloten vorm wordt aangeboden?”. De resultaten geven aanleiding een diepgaander onderzoek in te stellen naar het effect van vooraf aanbieden van vrij beschikbare cursussen.