Op 10 november is tijdens de Onderwijsdagen in Rotterdam het vierde trendrapport open en online onderwijs gepresenteerd. Uit het persbericht van SURF hierover haal ik de volgende zinsnede over de inhoud:
In het trendrapport gaan diverse experts in op recente ontwikkelingen en de uitdagingen van open en online onderwijs voor het Nederlands hoger onderwijs. In artikelen en korte intermezzo’s komen bijvoorbeeld de kansen van open education voor het campusonderwijs aan de orde. Verder is er aandacht voor de mogelijke nieuwe doelgroepen voor open en online onderwijs, hun behoeften en de invulling hiervan door onderwijsorganisaties. Andere onderwerpen die aan bod komen zijn de mogelijkheden aan een online onderwijsaanbod ook een valide online toetsing te verbinden en de behoefte aan een landelijke infrastructuur om deze vormen van onderwijs te ondersteunen. Tot slot is er aandacht voor docentprofessionalisering, voor de uitdagingen op het gebied van learning analytics, voor de rol die bibliotheken kunnen spelen bij de ontwikkeling en inzet van open leermateriaal en voor de verbindingen van open education met bijvoorbeeld open access.
>> Downloaden Trendrapport 2015
In deze blogpost wil ik terugkijken op de vier verschenen trendrapporten en bekijken welke trends er in die vier uitgaven te bespeuren zijn. Ik heb hiertoe van de inhoud van ieder trendrapport een wordle gemaakt op wordle.net. Daarbij heb ik de volgende instellingen gebruikt:
- Language: remove numbers; all words lowercase; remove common Dutch words
- Lay out: rounded edges; horizontal; maximum 150 words
- Font: Kenyan Coffee
- Color: milk paints
Dit gaf de volgende vier resultaten voor de jaren 2012 t/m 2015. Klik op een figuur voor een grotere versie ervan.
2012 | 2013 |
2014 | 2015 |
Observaties
Hoewel het algoritme achter Wordle.net niet open beschikbaar is (zie hier voor een uitleg waarom), is de interpretatie van een wordle rechttoe-rechtaan:
- De (maximaal) 150 woorden die het meeste voorkomen in de tekst worden in de wordle opgenomen
- Hoe vaker een woord voorkomt in de tekst, hoe meer nadruk (in grootte) het woord krijgt. Ik zal de grootte van het woord in een tekst ten opzichte van de andere woorden verder aanduiden als het relatief belang van dat woord
Op basis van deze interpretatie hier enkele observaties over een aantal kernwoorden voor open en online onderwijs. Bedenk daarbij dat de inhoud van de trendrapporten van 2012, 2013 en 2014 geschreven werd in het najaar van resp. 2011, 2012 en 2013. De inhoud van het huidige trendrapport 2015 is geschreven gedurende de maanden juni-september 2015.
- Onderwijs krijgt een steeds groter relatief belang gedurende de jaren. Hetzelfde geldt voor leren/learning, maar daar is de groei en het relatief belang minder dan bij onderwijs.
- Online krijgt een steeds groter relatief belang
- OER heeft in 2012 het grootste relatief belang. In 2014 is het afwezig; in 2015 keert het weer terug. De afwezigheid in 2014 kan worden verklaard door de switch die de SIG dat jaar gemaakt heeft (van SIG OER naar SIG Open Education), evenals de grote belangstelling voor open en online onderwijs (m.n. MOOC’s) in het jaar dat de artikelen in het rapport werden geschreven (2013). Dit wordt ook geïllustreerd door de bestuursreis die SURF toen heeft georganiseerd rondom het thema open en online onderwijs.
- MOOC(‘s) is afwezig in 2012, heeft het grootste relatief belang in 2014 en heeft in 2015 een ongeveer evengroot relatief belang als OER. Dit illustreert het groeiend besef dat open en online onderwijs meer is dan aanbieden van een MOOC.
- Bijna parallel aan de groei van het relatieve belang van MOOC(‘s) is ook de groei van analytics. Het komt niet voor in 2012 en krijgt in de volgende versies steeds meer relatief belang.
- Docent(en) hebben een wisselend relatief belang dat ook minder is dan student(en). Wellicht een aandachtspunt: voor adoptie van open onderwijs is de docent de belangrijkste stakeholder. Hoe komen de inzichten uit deze trendrapporten bij de docenten?
- Opvallend is dat qua woordgebruik voornamelijk universiteit(en) of instelling(en) voorkomt. Hogeschool is alleen zichtbaar in 2015, met minder relatief belang dan universiteit(en). Ook dit is een aandachtspunt: de eigenheid van een hbo-instelling vertalen naar kansen en toepassingen voor open en online onderwijs. In eerdere blogposts heb ik daar al eens over gefilosofeerd (hier, hier en hier).
Disclaimer
- De tekst die is geanalyseerd omvat ook alle referenties die bij de artikelen voorkomen. Alleen de colofon is steeds buiten beschouwing gelaten. Dat verklaart wellicht het voorkomen van enkele (achter)namen in de verschillende wordles.
- Bij de observaties is geen rekening gehouden met aanwezigheid van synoniemen. Zo wordt OER ook vaak genoemd als “open leermateriaal”, maar die laatste is niet meegenomen in de beschouwingen. Een handmatige telling in het trendrapport 2014 leerde dat OER 20 keer voorkwam, maar open leermateriaal 32 keer. Ter vergelijking: MOOC(‘s) kwam ruim 300 keer voor in die versie.
- Voor woorden die zowel in enkelvoud als meervoud voorkomen zouden de relatieve belangen moeten worden opgeteld om een beter beeld te krijgen. Dat is niet gebeurd bij de bovenstaande observaties
- Om vergelijkingen van groei in relatief belang over de jaren heen te kunnen maken moeten de figuren dezelfde afmetingen hebben. Aan die voorwaarde is voldaan: iedere afbeelding is in full size 812×526 pixels.
- Voor mij onverklaarbaar is de aanwezigheid van jaartallen in de wordles, hoewel de instelling was “remove numbers”.
Conclusies