Open jouw opvatting over openheid

Gisteren woonde ik het seminar over MOOC research bij, uitstekend georganiseerd door de VOR, divisies ICT en HO. Over de presentatie die ik daar heb gehouden heb ik gisteren al een blogpost geschreven (slides presentatie).
Tijdens dat symposium werd me weer eens duidelijk dat bij open onderwijs de termen zeer slecht gedefinieerd zijn. Bij de sprekers die de moeite namen te omschrijven wat ze onder het begrip MOOC verstaan kwamen drie opvattingen naar voren:

  1. Een MOOC is een digitale cursus, online aangeboden, met massive deelname, met gratis toegang en de leermaterialen gedeeld onder een open licentie.
  2. Een MOOC is een digitale cursus, online aangeboden, met massive deelname, met gratis toegang (maar leermaterialen niet per se beschikbaar onder een open licentie).
  3. Een MOOC is een digitale cursus, online aangeboden, met 25-700 deelnemers, geen gratis toegang, waarbij deelnemers soms vrije inschrijving hebben en soms in cohorten vanuit één organisatie deelnemen. De spreker noemde deze MOOC een Corporate MOOC.

De lezing waarbij de laatstgenoemde opvatting werd gebruikt was getiteld High completion corporate MOOCs. Gegeven de aandacht voor completion rates binnen MOOC´s is het mooi te vernemen wat ervoor kan zorgen dat deze omhoog gaan. Om de waarde van de findings uit deze presentatie te kunnen beoordelen op geschiktheid voor de eigen situatie is de beschrijving van de door de spreker gebruikte opvatting van een MOOC dan wel essentieel, met name omdat het sterk afwijkt van de beide andere gebruikte opvattingen.
Ook het verschil in opvatting over openheid in een MOOC (het verschil tussen opvatting 1 en opvatting 2) heeft gevolgen. Te verwachten valt dat onderzoek naar omstandigheden waarin herbruikbaarheid van MOOC´s vruchtbaar kan zijn bij opvatting 1 andere resultaten zal geven dan bij opvatting 2.
Eerder dit jaar is er via de sociale media al eens gediscussieerd over te gebruiken terminologie (zie hier en hier). SURF heeft onlangs een eerste versie van een begrippenkader online onderwijs uitgebracht, waarin ook open vormen van online onderwijs worden beschreven.
Dat laatste document is een goede aanzet om te komen tot standaardisatie van begrippen, maar ik denk ook dat veel begrippen al teveel zijn ingeburgerd om daarbij tot één gedeelde en gebruikte opvatting te komen. Ook wereldwijd is de status quo nu eenmaal niet anders.
Op zich valt met deze situatie goed te leven. In veel omstandigheden zal het voor de discussie niet zoveel uitmaken of je bijvoorbeeld bij een MOOC wel of niet leermaterialen verwacht met een open licentie, of als je open onderwijs alleen in de klassieke opvatting opvat. Maar daar waar het wel uitmaakt moeten we in staat zijn om a. te herkennen dat het uitmaakt en b. de door jou gebruikte terminologie te communiceren. Als dan blijkt dat er verschillende opvattingen bestaan is dat de winst die je behaalt: het is vaak niet nodig om tot één gemeenschappelijke opvatting te komen, maar je bent wel in staat om de gevolgen van de verschillen in opvatting te kunnen inschatten. Het eerder genoemde SURF document kan het startpunt zijn voor eenieder om zijn of haar eigen begrippenkader op te bouwen.
Bij bijeenkomsten waar researchresultaten uitgewisseld worden zou een dergelijke communicatie echter een verplicht nummer moeten zijn, zodat de waarde van de resultaten door iedere aanwezige binnen het eigen framework van begrippen kan worden ingeschat.
 

Posted in Open Educational Resources and tagged , .

One Comment

  1. Pingback: MOOC’s en het alfabet | Open Education

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.