ECO (Elearning, Communication, Open-data) is een EU-project met onder meer de volgende doelen (met accentuering van mij):
- ECO will focus on expanding the most successful experiences with MOOCs in Europe into a pan-European scale. This will be achieved through pilots and demonstrations of the best practices implemented in regional hubs of excellence all over Europe, and also through evaluations of outcomes, results and lessons learnt from them in an open and mobile learning context.
- ECO will use leading-edge technology to create a combined MOOC platform – based on individual platforms and resources provided by project partners – making it possible to combine and transfer pilot activities in all the hubs involved.
Ik werd getriggerd door een statement op hun site (met accentuering van mij):
Open Educational Resources (OER) have the potential to broaden access to education and to improve the quality and cost-effectiveness of teaching and learning in Europe. The best way to put OERs into practice is through Massive Open Online Courses (MOOCs).
Ik vroeg me daarbij een paar zaken af:
- Waarom is dat “the best way”? Waaraan meet je dat af?
- Geldt dit statement zowel voor lerenden als docenten?
Ik wil het in deze blogpost hebben over de tweede vraag. Daarbij ga ik eerst in op de verschillen in doelgroep van OER en MOOC. Daaruit leid ik af wat het belang van een open licentie is. Vervolgens analyseer ik ECO op hun gebruik van open licenties. Tenslotte trek ik wat conclusies uit deze beperkte case study en formuleer ik een lesson learnt voor projecten die zich bezighouden met publiceren van OER.
Doelgroepen OER en MOOC
Voor mij is het grote verschil tussen een MOOC en OER verschillen in doelgroep, gekoppeld aan ervaren gemak.
De doelgroep van een MOOC is een lerende. Die ervaart een gemak doordat een expert op een vakgebied een juiste mix heeft gemaakt van content en die tot een samenhangend geheel heeft gebundeld. Een docent heeft bij hergebruik van een MOOC vaak echter weinig keuze: take it or leave it (als hergebruik al wordt toegestaan, wat in sommige gevallen niet zo is). Het gemak van aanpassing aan de eigen context is met name aanwezig wanneer de leermaterialen gepubliceerd zijn als OER (dus onder een open licentie).
De doelgroep van OER is vooral een docent. Deze staat voor de taak om voor een lerende een juiste combinatie van OER en ander (al dan niet gesloten) materiaal te maken om daarmee specifieke doelstellingen te kunnen behalen. Het ervaren gemak daarbij is de mogelijkheid die materialen te kunnen bewerken en aan te passen aan de eigen context. Voor een lerende zijn grotere samenhangende OER-materialen zoals open textbooks of OER die expliciet bepaalde topics adresseren, zoals video’s bij de Kahn Academy, bruikbaar. Het door docenten ervaren gemak van mogen aanpassen zal voor hem echter niet gelden; vrije toegankelijkheid is voldoende. De in het statement geaccentueerde deel zal m.i. daarom hoogstens gelden voor een lerende.
Belang van een open licentie
Uit de verschillen in doelgroep volgt dat aanwezigheid van een open licentie, waarmee duidelijk wordt welke rechten een gebruiker heeft wat betreft aanpassing van de OER, vooral nuttig is voor een docent. Eerder dit jaar publiceerde de OER Research Hub een OER Evidence Report 2013-2014. Deze publicatie geeft een uitstekend beeld van de stand van zaken rondom gebruik van OER, hun effecten en uitdagingen.
De volgende findings rondom licenties en hergebruik werden daarbij duidelijk:
- 86,3% van docenten passen OER aan om hun eigen doelen mogelijk te maken
- Vrij beschikbare materialen brengen docenten ook vaak op ideeën, zonder dat deze materialen daadwerkelijk worden hergebruikt. Dat duidt niet op direct op de noodzaak voor een open licentie, maar aanwezigheid van een open licentie stimuleert docenten wel meer tot hergebruik van de ideeën.
- 12,4% van docenten publiceren hun materialen onder een open licentie (voornamelijk Creative Commons). 67,5% van de docenten vinden open licenties belangrijk. Deze twee resultaten lijken tegenstrijdig, maar worden verklaard door de finding dat 26,8% van de docenten aangepaste materialen niet open “durven” te publiceren door onduidelijkheid over toestemming om materiaal aan te passen of te wijzigen.
Soortgelijke findings waren er ook bij het in oktober verschenen rapport van de Babson Survey Research Group met de resultaten van een survey bij instellingen voor hoger onderwijs in de USA naar adoptie van OER. Ik heb daar eerder over geblogd.
Voordelen van OER zoals kwaliteitsverbetering van leermaterialen door een community van gebruikers, worden pas echt gerealiseerd als herpublicatie van aangepaste OER ook daadwerkelijk plaatsvindt. Deze activiteit is belangrijk in wat wel wordt aangeduid als het OER ecosysteem (zie bijvoorbeeld hier en hier). Duidelijkheid over de rechten die een hergebruiker heeft is dan een nodige voorwaarde. Dit alles geeft aanleiding tot het formuleren van de volgende best practice:
- Gebruik bij een MOOC waar mogelijk OER om de mogelijkheid tot optimalisering aan de context waarin hergebruik van een MOOC plaatsvindt, maximaal te maken
- Geef duidelijkheid over onder welke condities de OER mogen worden hergebruikt door vermelding van de gebruiksvoorwaarden en de open licentie die gebruikt wordt
Hoe doet ECO dit?
Hoewel ECO zich presenteert als een MOOC-project en de verbinding met OER niet direct wordt gelegd, suggereren ze door hun statement over MOOC als de beste wijze om OER in de praktijk te gebruiken wel dat die verbinding er zou moeten liggen. En omdat demonstratie van best practices ook als een doel van ECO genoemd wordt, zou de in de vorige paragraaf geformuleerde best practice terug te vinden moeten zijn.
In een van hun deliverables wordt het volgende aangegeven (p. 21; accentuering toegevoegd door mij):
“The copyright licenses proposed for the public deliverables which will be uploaded to the website and for the courses are Creatice Commons (CC) Licenses. (…) The copyright license to be used in MOOCs still has to be decided by the ten hubs participating in the project. They must be supported by the system.”
Dit geeft bij mij onduidelijkheid en wekte ook verbazing:
- Onduidelijkheid: dit statement staat onder het kopje “Licenses to be used in ECO-deliverables”. Maar (zoals ik heb geaccentueerd) het lijkt ook voor cursussen te gelden. Verderop staat echter dat over de licentie voor MOOC’s nog geen besluit is genomen. Wat is nu het verschil tussen “course” en “MOOC” in dezen?
- Verbazing: de betreffende deliverable is gepubliceerd als pdf-document, maar is copy-protected. Het is onmogelijk teksten uit die deliverable te kopiëren. Als aan deze deliverable een open licentie gekoppeld moet worden (en dat is hun intentie), dan zou kopieerbaarheid toch ook eenvoudig mogelijk gemaakt moeten worden (één van de gevolgen van de “Right to Retain”, als onderdeel van de 5R van David Wiley). Een kleine steekproef leerde me dat geen enkele van de door mij bekeken documenten gepubliceerd is onder een open licentie. Zo weet ik bijvoorbeeld ook niet of ik de afbeelding van het projectlogo bij deze blogpost wel mag gebruiken.
Om te achterhalen hoe ECO presteert op het publiceren van OER als onderdeel van hun MOOC en over de duidelijkheid hierover zoals geformuleerd in de best practice uit de vorige paragraaf, heb ik binnen iedere MOOC op hun portal steekproefsgewijs de leermaterialen bekeken. Bij één MOOC had ik geen toegang tot de leermaterialen; het daar gebruikte platform verlangde van mij opnieuw registratie om toegang te verkrijgen. Dat vond ik een brug te ver gaan.
Momenteel bevat ECO 15 MOOC’s in diverse talen (ongeveer de helft Spaans). Iedere betrokken instelling heeft een eigen platform waarop de MOOC’s draaien. Er is een portal van waaruit de MOOC’s van iedere instelling zijn te bereiken. Vaak zijn de leermaterialen een combinatie van video’s (beschikbaar in Youtube) en teksten (in pdf of Word). Sommige platformen gebruiken daarnaast of in plaats van tools als Prezi en Scribd voor de leermaterialen. Om een MOOC te kunnen volgen is een eenmalige registratie op het portal nodig.
Mijn bevindingen ten aanzien van de eerder geformuleerde best practice:
- De portal bevat een Terms of service. De link loopt echter dood: er zijn geen Terms of service beschikbaar.
- Bij een aantal video’s staat een Creative Commons licentie in de video aangegeven. Bij een aantal andere video’s staat in de Youtube-omgeving (maar niet in de leeromgeving) aangegeven dat de standaard Youtube licentie geldig is. Artikel 8 uit de Youtube Terms of Service geeft meer invulling aan deze licentie. Ik vind die zelf niet zo helder: het lijkt of alles wat onder CC-BY toegestaan is ook is toegestaan onder een standaard Youtube licentie. Bij alle andere door mij bekeken andere leermaterialen dan video’s staat nergens iets vermeld over de licentie.
- Eén keer kwam ik in mijn steekproef copyright-protected materiaal tegen als onderdeel van de verplichte leerstof. Dit materiaal is wel vrij benaderbaar. (Off-topic: dit materiaal is afkomstig van een publiek orgaan (Ministerie van Jeugd, Sport en Training Raad van Malaga), dus betaald door de belastingbetaler, dus waarom niet onder een open licentie gepubliceerd?)
Conclusie
Om de statement over gebruiken van OER in een MOOC binnen ECO meer geloofwaardig te maken is nog wel wat werk nodig. Formuleren en publiceren van de gebruiksvoorwaarden, met aandacht voor de open licentie en het toevoegen van open licenties aan het leermateriaal zijn twee van de noodzakelijke activiteiten. Mijn kleine steekproef maakte ook duidelijk dat hier en daar copyright clearance nodig zal zijn wanneer gestreefd wordt naar 100% OER binnen de MOOC´s. Daarnaast zou het project ook de eigen intenties van publiceren van deliverables onder een open licentie waar moeten maken.
Publiceren van het leermateriaal als OER zal wellicht ook om een andere reden nuttig zijn. ECO is een project dat ergens in 2017 zal eindigen (mijn aanname, gebaseerd op het overzicht van deliverables). Blijft ECO dan als zelfstandig portal in de lucht (naast OpenUpEd) of zullen de MOOC’s via OpenUpEd bereikbaar worden (wat mij een veel betere keuze lijkt om versnippering over portals te voorkomen)? In dat laatste geval zullen ze moeten voldoen aan het kwaliteitslabel van OpenUpEd. Dit vermeldt onder het kopje Digital openness “Courses should be available online for free but in addition apply open licensing so that material and data can be reused, remixed, reworked and redistributed (e.g. using CC-BY-SA or similar)”.
Positief is dat de intenties goed geformuleerd zijn en dat er nog 2 jaar resten om ze ook geïmplementeerd te krijgen.
Deze casus leert andere projecten die zich bezighouden met publiceren van open leermateriaal het volgende:
Verschaf van meet af aan duidelijkheid aan de gebruiker betreffende voorwaarden en open licenties. Dat bespaart de tijd en kosten van achteraf moeten uitvoeren van herstelacties.